
Jakko M. Jakszyk – Son Of Glen
InsideOut Music
Release datum: 27 juni 2025
“Met omfloerste vertelstem loodst Jakko ons doorheen zijn proces van acceptatie en dat wordt op een rustige en smaakvolle manier gedaan”
Vera Matthijssens I 30 juni 2025
Jakko M. Jakszyk is vooral bekend als zanger en tweede gitarist in de legendarische progressieve rockband King Crimson, waar hij van 2013 tot de opheffing in 2021 deel van uitmaakte. Toen had hij echter al een rijk gevuld leven achter de rug als muzikant en acteur en bracht daar eind vorig jaar zelfs een biografie over uit. Dit soloalbum ‘Son Of Glen’ is een aanvulling op dat boek ‘Who’s The Boy With The Lovely Hair’ en handelt over veel dingen die ook daar aan bod komen. Het hoofdthema is wat Jakko als adoptiekind meemaakte. Dit vormde hem zodanig dat hij zich heel zijn leven lang zeker wou doen gelden en het maken in de showwereld. Hij is er altijd in geslaagd om rond te komen door acteren en muziek maken te combineren, al was dat soms een moeilijke opgave. Hij deed zodanig zijn best dat hij als multi-instrumentalist een veelgevraagde artiest werd.
Nog nooit hebben we een heel leven uitgespit van een artiest, maar dit is zo boeiend dat ik het beknopt samenvat. Jakko werd in 1958 geboren in Engeland uit een Ierse moeder (zangeres) en een Amerikaan die verder niet aanwezig was in zijn leven, want toen hij 18 maanden was werd hij geadopteerd door een geïmmigreerd koppel (hij een Pool, zij een Française). Aan die tijd heeft hij weinig mooie herinneringen. Toen het niet lukte in de voetbalwereld, richtte hij al zijn pijlen op zijn twee andere passies: muziek en acteren. Dat ging met vallen en opstaan, maar de volhouder wint. Hij componeerde, speelde in bands, deed sessiewerk en werd een gerespecteerde producer nog veel later. In zijn jongere tijd speelde hij zo o.a. in Level 42, met Dave Stewart, met The Kinks, met Tom Robinson, met The Tangent. Progressieve rock was zijn grote liefde en op den duur leidde hij de coverband 21st Century Schizoid Band waarin ex-leden van de echte King Crimson dikwijls speelden. Zo kwam hij ook in contact met Robert Fripp en een vriendschapsband werd langzaam maar zeker gesmeed. Het moet een fantastisch gevoel gegeven hebben wanneer hij uiteindelijk ingelijfd werd door King Crimson zelf. Intussen was hij al jarenlang op zoek naar zijn echte moeder en in 1984 is hij die ook werkelijk gaan bezoeken in de VS.
De titel van dit soloalbum ‘Son Of Glen’ geeft aan dat emoties over zijn ontwortelde jeugd de hoofdmoot vormen op dit album. Dat wordt gebracht in mooie, rustige songs die beschouwend zijn. De complexe of jazzy structuren laat hij (gelukkig) achterwege, dit is een serene gedachtegang die met veel piëteit gereflecteerd moet worden. Het mooiste voorbeeld om je wegwijs te maken is het titelnummer, dat in tien minuten zowat de essentie belichaamt. Wanneer je er ook nog de video bij bekijkt, vloeien Jakko’s emoties de woonkamer binnen. ‘Ode To Ballina’ lijkt me ook een belangrijke song: instrumentaal, maar in twee delen gesplitst. Eerst is het voornamelijk piano, fluit en cello dat we horen, in het tweede deel primeert de gitaar. Met omfloerste vertelstem loodst Jakko ons doorheen zijn proces van acceptatie en dat wordt op een rustige en smaakvolle manier gedaan.
