Sakis Tolis: “Dit album draag ik op aan allen die blijven uitkomen voor een eigen mening.”
In meer dan drie decennia heeft Rotting Christ al een bewonderenswaardig oeuvre opgebouwd. Eind november verscheen het boek ‘Non Serviam – The Official Story Of Rotting Christ’ waarin de geschiedenis van de Griekse band door Dayal Patterson en Sakis Tolis minutieus uit de doeken gedaan wordt. Maar begin dit jaar werd ook het nieuwe album ‘The Heretics’ uitgebracht. Over dit nieuwe album en de langdurige muzikale carrière hadden we een hartelijk gesprek met Sakis Tolis.
Door: Vera – 23 april 2019
Je vertelde me dat het schrijfproces voor ‘The Heretics’ eerder traag van start ging, omdat je vreesde in herhaling te vallen en dat moest vermeden worden. Hoe loste je dit op?
Als ik een album begin te schrijven, denk ik ook al aan het volgende. Er zijn altijd zoveel dingen te zeggen, zoveel ideeën dat ik wil verwerken in de songs. Vooraleer ik daaraan begin is er altijd een tijd van zelfmeditatie. Het is heel belangrijk voor mij dat ik alle ideeën in mijn hoofd een beetje geordend krijg, vooraleer de volgende stap te zetten. Ik vraag me eerst af of het zin heeft om een volgend Rotting Christ album te maken, want dit is nummer veertien. Ik heb de ervaring, ik lees veel en wanneer ik ideeën voel opborrelen, neem ik mijn gitaar en schrijf iets. Voor dit album heb ik veel nagedacht en ik realiseerde me dat ik wel degelijk iets te zeggen had dat het waard was om met de mensen te delen.
Het thema dat voorop staat, is de houding van de mensen tegenover de verschillende religies die op deze wereld gangbaar zijn. Dit vindt een neerslag in de teksten. Een geladen thema…
Dit album is inderdaad een conceptalbum over de verschillende religies en de invloed van de grote zogenaamde ‘ketters’ in Europa. Ik was vooral beïnvloed door de citaten van alle ketters of van alle tijden. Deze mensen werden door de Katholieke Kerk beschuldigd van ketterij, terwijl ze niet altijd kwaad van zin waren. Natuurlijk waren het ook geen gewone geesten, ze dachten na, hadden een nieuwe visie in bepaalde gevallen, maar van hogerhand werd er toch altijd enige censuur en een eigen versie voor het volk gecreëerd. Uiteindelijk bedacht ik dat ik in feite ook tot die ketters behoor, mensen wiens mening net een beetje anders is dan die van de meerderheid. Ik heb altijd de dingen op mijn manier gedaan, zonder me veel te bekommeren voor de gangbare meningen. In die zin voelde ik een beetje verwantschap opkomen met die vervolgde individuen uit de geschiedenis. Dit album is een tribuut aan al die mensen die voor hun mening durfden uitkomen. Dat is heel belangrijk.
In het tweede nummer horen we vrij etnische zang van Irina Zybina, de zangeres van Grai…
Dat is een Russische band. Ik heb één song in het Russisch geschreven ‘Vetry Zlye’. Dat betekent ‘de kracht van het leven’. Het bleek veel paganinvloeden te hebben. De tradities uit het paganisme gaan ook lang terug in de tijd. De krachten van de natuur waren erg sterk in hun maatschappij, maar later volgde een strijd tussen hen en het Christendom dat alle oude zienswijzen en gebruiken wilde vernietigen. Ik heb Irina gevraagd me te helpen met de zang en het klinkt anders dan wat jullie gewoon zijn van Rotting Christ, dat moet ik toegeven, maar ik hou wel van diversiteit.
Een andere gastbijdrage is van Ashmedi (Melechesh) in ‘I Believe’, met zelfs Arabische tekst…
Ik wilde iets schrijven dat nog anders is dan het Zoroastrisme, al wordt ook dat onderwerp wel behandeld op dit album. Toen ik deze song schreef, moest ik meteen aan mijn vriend Ashmedi denken. Ik heb hem gevraagd om enkele lijntjes in het Arabisch toe te voegen en aldus geschiedde. Ashmedi heeft een rijke traditie: weggegaan uit Jeruzalem, maar hij heeft Armeense wortels en een deel van zijn familie woont nog steeds in Syrië. Hij heeft in Nederland en Duitsland gewoond, maar houdt net als ik van reizen en cultuur. Wanneer er gastbijdragen zijn op onze albums, dan wil ik graag dat dit gebeurt door vrienden, mensen die ik ken, om alzo de song naar een hoger niveau te tillen met hun specifieke bijdrage. Het is nooit de bedoeling dat ik een manager van een ster ga contacteren om perse een gitaarsolo van een befaamd gitarist te kunnen vermelden, er moet een band bestaan tussen mij en de persoon.
De rol van George Emmanuel wordt ook alsmaar groter in Rotting Christ, nu ook als geluidstechnicus bij de opnamen…
Dat klopt. Toen hij in 2012 bij ons kwam, was hij nog erg jong, maar doorheen de jaren heeft hij veel ervaring opgedaan. Zowel als gitarist, als in de studio en uiteraard als mens en persoon die we vertrouwen. Hij heeft uit al die ervaringen veel geleerd en nu heb ik hem graag aan mijn zijde tijdens de opnamen. In onze 30-jarige carrière hebben meerdere jonge muzikanten Rotting Christ kunnen beschouwen als een soort educatie voor alles, om zich te bekwamen in muziek en het leven zelf.
Sinds het prille begin zijn jij en je broer Themis de spil van de band. Komen jullie in feite uit een muzikale familie?
Neen, helemaal niet. Wij hebben gewoon ons instinct gevolgd. Toen we begonnen met de band, konden we zelfs niet spelen. We hebben nooit les gevolgd, maar we werkten wel hard om alles te leren en te gaan klinken zoals onze idolen, zoals Venom, Celtic Frost en Bathory. Dat is de reden waarom we de band oprichtten. Niet om beroemd te worden of zulke dingen. Tegenwoordig hoor ik wel eens van jonge mensen dat ze enkel het succes najagen, maar dan ben je verkeerd bezig. Dan mis je de belangrijkste dingen in het leven en wordt het één oppervlakkige droom die spoedig als een zeepbel uit elkaar kan spatten.
Jullie hebben altijd eerder alles stap voor stap opgebouwd…
Zo wilden we het ook. Als je alles vanaf het begin stap voor stap opbouwt, dan heb je een sterk fundament. Dat is erg belangrijk. Zo zijn we ook die stijl gaan ontwikkelen, geïnspireerd door anderen, maar met onze eigenheid uit de Mediterrane streken. Soms was dat moeilijk, maar het is ons meestal wel gelukt. Je moet jezelf blijven en vechten tegen je demonen en geloof me, soms is dat niet simpel. Maar wat is er tegenwoordig niet moeilijk? We proberen onze eigen identiteit te behouden, ook al is het soms vechten tegen de bierkaai.
Wanneer begon je te merken dat jullie stilaan evolueerden van een beloftevolle, beginnende band naar een headline act?
Ik herinner me niet meer juist wanneer dat was, waarschijnlijk na een jaar of zeven denk ik. We werkten hard, we kregen meer fans en werkten nog harder. We zagen de dingen serieuzer, voerden veranderingen door. Op die manier kwamen we een paar treden hoger op de ladder van het succes.
Hoe zou je de jeugdige Sakis vergelijken met de man van nu?
Het leven is een constante ontwikkeling. Wanneer iemand niet genoeg betrokken is bij iets, dan bloeit het dood. Wij als band zijn ook gegroeid wat betreft ons kunnen en dat is zeker een reden waarom we de dingen nog steeds kunnen ontwikkelen en mogelijk verbeteren. Anderzijds zullen we nooit onze wortels verloochenen en blijven we met beide voeten op de grond, dat is een principe dat we belangrijk vinden. Daar horen we thuis, onder de mensen. Eerst en vooral zijn we fans, pas daarna artiest.
Sinds ‘Theogonia’ klinken er meer en meer etnische invloeden door in je muziek. Hoe komt dat?
Het was de tijd dat ik voor het eerst vader werd. Het zette me aan het denken. Het heeft me in positieve zin veranderd. Ik ging alles ernstiger bekijken. Het heeft de dingen voor mij in vele opzichten veranderd. Ook dat heeft meegespeeld in mijn ontwikkeling als mens. Daarom vind ik het altijd nutteloos als fans me vragen waarom we niet meer klinken zoals in het begin. Dat is gewoon onmogelijk. Dat was toen, nu is nu. Ik wil eerlijk zijn met de mensen. Ik wil tegenwoordig mezelf zijn en dat betekent dat ik atmosferische, duistere albums wil creëren, soms zelfs donkerder dan in het verleden. Dus willen we ons, met behoud van onze roots, steeds verder ontwikkelen. Ik hou van mensen die zich steeds trachten te verbeteren in het leven. Zoals ik al zei, wat zich niet meer ontwikkelt, dat sterft.
Merk je in het publiek ook een ontwikkeling van die aard bij de fans?
Ja, niet bij iedereen, maar zeker bij de nieuwere fans. Er zijn misschien oudere fans die verdwijnen, maar er zijn meer nieuwkomers dan ooit die onze huidige albums appreciëren en daar zijn we heel dankbaar voor. We proberen dan ook telkens met een totaalbeleving te komen, waarbij muziek, teksten en artwork een volledig pakket vormen. Ik ben zelf een muziekfan, ik weet hoe belangrijk dat is. Daarom vraag ik het label altijd om het beste na te streven op elk vlak. Het kan me niet schelen hoeveel het kost, het moet de moeite zijn om aan te schaffen. Ik wil enkel het beste voor de fans die naar onze muziek luisteren.
Eind november kwam het boek ‘Non Serviam – The Official Story Of Rotting Christ’ uit, geschreven door Dayal Patterson. Hoe is dat tot stand gekomen?
Het was Dayal die me op een bepaald moment contacteerde en vroeg: ‘Jullie bestaan nu 30 jaar als band. Wil je een boek schrijven waarin je een aantal dingen aan het daglicht brengt of nader toelicht?’ Mijn eerste reactie was ‘neen’, want ik hou niet zo van die zogenaamde belangrijke onthullingen en jezelf blootgeven. Wie ben ik trouwens om die details uit mijn leven zo belangrijk te vinden? Maar toen begon ik me te realiseren: ‘Mm, hij is goed. Hij heeft er veel ervaring mee. Laat ons dat maar doen voor we sterven.’ We hebben er eerst een jaar voorbereidend werk aan gedaan, omdat ik mijn verleden moest herontdekken. Weet je, soms beleef je het heden zo intens, dat je niet meer stilstaat bij de feiten die vroeger gebeurd zijn. We vergeten hoe we vroeger waren. Ik moest mezelf dus herontdekken. Uiteindelijk was ik daar zeer blij mee, ook al was het een vermoeiende taak die veel van me vergde. Er moesten immers erg veel interviews gebeuren, maar het is een vernuftig titanenwerk van Dayal geworden waar ik heel tevreden over ben. Weet je, als je het verleden respecteert, dan heb je ook respect voor het heden.
Heb je nog dromen in het leven?
Mijn droom is gezond en in leven blijven, sterk zijn en blijven spelen met mijn band in heel de wereld. Overal metalfans ontmoeten. Dat is mijn doel in het leven. Ik heb meer dan 1500 shows gespeeld, daar ben ik trots op. Weet je, ik heb geen buitengewone dromen. Natuurlijk blijf ik dromen koesteren, anders ga je dood. Maar ik ben tevreden met wat ik al bereikt heb in het leven en nu is het zaaks om sterk te blijven en dit te kunnen blijven doen. Overal ter wereld optreden. Dat werkt de inspiratie ook in de hand.
Check de onderstaande socials voor meer informatie over deze band.