Lords of Metal
Arrow Lords of Metal

Opeth

 

Mikael Åkerfeldt: “Er is niets opzienbarends aan wat ik denk. Mijn echte ding is muziek en emoties.”

We kunnen er geen doekjes omwinden: Opeth blijft een klasse apart in progressieve death metal. Hoewel, death metal? Dat geldt nog steeds voor hun wervelende shows, maar albums richten zich unaniem op progressieve rock/metal. Toch weet mastermind Mikael Åkerfeldt meer en meer het evenwicht te vinden tussen zijn liefde voor progressieve rock en zijn eigen verleden in extremere muziekgenres. Dat is één van de redenen waarom ‘In Cauda Venenum’ – Latijnse titel, Zweedse versie, Engelse versie – een topalbum geworden is dat ook vroegere fans over de streep zal trekken. We wilden deze gelegenheid om een hartelijk gesprek met hem aan te gaan zeker niet laten voorbijgaan.
Door: Vera Mattijssens Ι 27 september 2019

Waarom een Zweeds zowel als een Engelstalig album?
Dat is één van die dingen die gewoon gebeurde. Ik ging uit van het idee om een Zweeds album te maken en dat was het dan, maar later kwam de angsthaas in me boven en begon ik me toch wel zorgen te maken. Wat als dit een obstakel zou zijn dat mensen weerhoudt om ernaar te luisteren? Ik was namelijk heel tevreden over de muziek en wou dat zoveel mogelijk mensen die te horen kregen en wou vermijden dat men afhaakte door de taal. Let wel, mijn favoriete versie zal altijd de Zweedse blijven, het is nu eenmaal mijn moedertaal, maar als het voor iemand een obstakel is om er naar te luisteren, dan kunnen ze nog altijd terecht bij de Engelse versie. Voor zover ik tot nu toe ervaren heb, zegt iedereen dat ze de Engelse versie niet nodig vinden en houden van de originele aanpak – en dat maakt me blij – maar ik heb het zekere voor het onzekere genomen. De Engelse versie is verkrijgbaar en het was geen titanenwerk om het ook in het Engels in te zingen. Het was alleen vocaal dubbel werk, maar op de Zweedse versie hebben we sowieso heel veel van de preproductie gebruikt. In de studio deden we de Engelse versie en pasten tegelijkertijd één en ander aan van de Zweedse versie op instrumentaal vlak. Dat bezorgde ons niet al te veel extra werk. Ik bedoel maar, we hebben voor hetere vuren gestaan. Zeker ten tijde van ‘Deliverance’ en ‘Damnation’, deze twee albums namen we vrijwel gelijktijdig op. Toen ging ik er pas echt onderdoor… lichamelijk en geestelijk… dat was teveel werk. Nu bleef het aangenaam.

Het is me altijd wel opgevallen dat Opeth met veel respect en bewondering behandeld werd door de pers.
Ja, door een selecte groep van mensen wel. Het was moeilijk om onze muziek aan de man te brengen en te verspreiden omdat we op een klein label zaten, Candlelight Records. Zij brachten de eerste drie albums uit. Er gebeurde toen helemaal niets voor ons. Ik bedoel maar, we lazen de lovende recensies hier en daar, maar we deden slechts één tournee voor die drie albums. In 1996 waren we support act voor Cradle Of Filth. Dat was leuk, maar veel bracht het niet op. Vervolgens deden we ‘Still Life’, het vierde album, en weer geen tournee. Pas met ‘Blackwater Park’ startte het touren voorgoed en opeens waren we professionele muzikanten. Simpelweg omdat we geen tijd meer hadden om er nog een zogenaamde ‘echte’ job bij te doen.

Waarom koos je de Latijnse titel ‘In Cauda Venenum’, hetgeen betekent ‘het venijn zit in de staart’?
(denkt na) Wel… het eerlijkste antwoord dat ik hierop kan geven is dat het goed klonk. Het heeft affiniteit met de schorpioen en in het artwork merk je dat het huis in feite op de tong van de duivel staat dat alles kan verzwelgen. In feite past dat ook helemaal bij de manier waarop wij met muziek omgaan tegenwoordig. Ik ben echt tevreden over het album. Wat mij betreft is het een prachtige plaat. Ik ben er trots op en ik hoop dat de mensen ernaar zullen luisteren en besluiten: ‘wow, dat is mooi.’ Ik behandel het ook als zijnde onze laatste plaat. In het slechtste geval was dit alles wat we konden geven. Let wel, ik hoop dat we nog lang verder kunnen, maar dat is hoe ik de albums beschouw sinds zo’n vijf albums terug. Dit is het laatste album… en dat maakt dat ik alles geef. Het moet speciaal zijn. Het moet alle voorgaande overklassen. Voor een laatste album wil de dingen niet zomaar op zijn beloop laten en nonchalant afwachten wat er uit de pen komt. Ik heb dat extra zetje nodig om optimaal te presteren.

Je hebt het album helemaal alleen zorgvuldig voorbereid vooraleer het te introduceren bij Fredrik en zelfs later bij de rest van de band. Is dat niet vreemd?
Neen, zo doe ik dat al jaren. Demo’s maken en alles opnemen thuis en het dan naar de mannen sturen zodat ze erop kunnen oefenen. In de studio nemen we dan alles terug op. Dat is al lang geleden onze manier van werken geworden. Wij zijn een democratie met een leider. Mijn vriendin zit ook in een band en dat is een echte democratie, maar dat resulteert in veel discussies en tijdverlies. Bij hen werkt het wel… althans voor een poosje. Ik kan me voorstellen dat je iets opstart als pure democratie, maar dan begint iemand de leiding te nemen, gewoon omdat ie meer schrijft dan de rest. Ik denk dat dit goed is. Neem The Beatles als voorbeeld. Zij hadden twee begenadigde schrijvers. Dat ging een tijdje goed, maar daarna begonnen ze elkaar te haten. Het is altijd moeilijk om twee kapiteins op een schip te hebben en die combinatie kan meesterwerken opleveren voor een bepaalde tijd, maar uiteindelijk is dat gedoemd om te falen. In onze situatie komt het neer op het volgende: ik heb een duidelijk zicht op de band, verleden en heden. Omdat ik  erbij was sinds het begin. Ik heb het eerste album geschreven. Ik heb de ervaring, ik heb de agenda in handen. En zo werkt het goed. Let wel, ik behandel de anderen niet als mijn werknemers. Wat mij betreft staan ze op gelijke voet. Ik kijk zelfs naar hen op, omdat ze zo fantastisch zijn. Ik ben de zwakste muzikant in de band, instrumentaal bekeken. Fredrik overklast me vlotjes in virtuositeit en de andere jongens zijn al even fantastische muzikanten met veel talent. En ik zorg er altijd voor dat ze de absolute controle krijgen over wat ze doen, zelfs al ben ik het die ze een demo bezorg met een song. Ze kunnen die enkel beter maken met hun toevoeging erbij.

In ‘Svekets Prins’ horen we een citaat van Olof Palme, de Zweedse minister-president die vermoord werd. Kan je daar wat meer over vertellen?
Hij is vermoord in 1986. Het citaat komt uit zijn Nieuwjaarsspeech in 1969. Ik weet niet of zo’n speech tegenwoordig nog gebruikelijk is, maar toen werd het jaarlijks gedaan toen hij eerste minister was voor de Sociaal Democratische Partij. Hij was een belangrijk iemand voor Zweden, één van die legendarische politici die indruk maakten op mijn vader, mijn moeder, hun ouders en de oudere mensen, omdat ze opkwamen voor de werkende mens. Nu zijn ze nog maar een schaduw van wat ze ooit waren, maar die man had een persoonlijkheid waar iedereen respect voor had. Hij maakte enkele controversiële keuzes. Zo wou hij dat Zweden, als klein land, inging tegen de VS. Er zijn veel samenzweringstheorieën en complotten over deze moord, welke nog steeds niet opgelost is. Hij werd zomaar neergeschoten op straat in Stockholm in 1986. Ik was toen twaalf jaar. Ik heb hem wel eens ontmoet tijdens een voetbalmatch lang geleden. Hij was een belangrijk man en hier in Zweden is zijn moord een hot topic in gesprekken gebleven tot op de dag van vandaag. Wie heeft het gedaan? Er doen zoveel verhalen de ronde over en je kan het onderwerp amper vermijden in Zweden. Ik herinner me een etentje met mijn vriendin en Tobias van Ghost. Hij vertelde me dat er momenteel duizenden versies van het verhaal zijn. Het is altijd interessant om over zulke dingen te brainstormen. Je kan niet 24/7 heavy metal zijn (lacht).

Het verwondert me dat jij de discipline opbrengt om elke dag om 08.00 te beginnen schrijven, tot 17.00…
Daar moet ik eerlijk in zijn. Ik ben gescheiden en heb twee dochters. De ene week zijn ze bij de moeder, de andere week wonen ze bij mij. Wanneer ze bij mij zijn, dan breng ik hen naar school en om acht uur ben ik in de studio. Zo gaat dat meestal. Maar als ze bij de moeder zijn, dan durf ik wel eens later starten. Nog steeds bestaat mijn werkdag uit minstens acht uur. Maar muziek schrijven is een plezier voor mij, het voelt als vakantie aan. Ik houd van dat creatief zijn, al haat ik mezelf soms wel tijdens dat proces als ik met rotzooi worstel.

Kan je dan hard voor jezelf zijn en het mindere materiaal weggooien?
Uiteraard. Dit album is het langste dat we ooit gemaakt hebben, een uur en acht minuten speelduur. Maar ik heb hoogstwaarschijnlijk ook een uur en acht minuten muziek weggegooid. Ach, ik gooi zoveel weg. Ik ben in december 2017 beginnen schrijven en was pas klaar in de zomer van 2018. Toen begon ik ernaar te luisteren en correcties aan te brengen. Eerlijk gezegd kon ik nu niet stoppen met schrijven. Ik heb ook nog drie bonustracks, alles samen goed voor anderhalf uur muziek. Ik had gemakkelijk nog verder kunnen schrijven, maar op een bepaald moment is het ook wel goed dat je kunt stoppen en het als gedaan beschouwen.

Kan je wat dieper ingaan op de tekstuele inhoud van dit album?
In ieder geval is het geen conceptalbum met een uitgesproken thema. Het gaat eerder in de richting van ‘The Dark Side Of The Moon’ (Pink Floyd – Vera) waarbij alles wat vaag blijft als je de teksten leest. Strikt genomen gaat het over het leven. De Zweedse teksten stelden me in de mogelijkheid om over hedendaagse dingen te schrijven, al had ik dat op het moment zelf nog niet door. Eerder was ik altijd op zoek naar Engelse woorden die mooi klonken, maar in feite schreef ik nergens specifiek over. Maar opeens betrapte ik mezelf erop dat ik aan het schrijven was over wat er rond me heen gebeurde en hoe ik me daarbij voelde. Het was een observatie van de hypocrisie die ik om me heen zie, van mensen die zo zeggen en zus doen. Over contradicties en botsingen tussen de denkbeelden van religieuze mensen en de anderen, over mensen die niet handelen zoals ze prediken. Over eenzaamheid heb ik ook geschreven. Sinds we meestal via de telefoon met elkaar praten, hebben we meer vrienden dan ooit, maar de mensen zijn eenzamer. De problemen met geestelijke gezondheid gaan door het dak, juist omdat de mensen nog weinig fysiek contact hebben. Dat vind ik een interessant gegeven. Ik heb geen Facebook. Ik hou me niet bezig met sociale media. Ik zit op de trein en kijk om me heen, ik kijk naar mensen. Zij zien mij niet. Ze zijn enkel gefixeerd op hun kleine schermpje. Er bestaat een uitdrukking dat deze mensen gebruiken: ‘fear of missing out’. Omdat er zoveel gebeurt, moeten ze constant checken wat er gaande is en zien dat ze niets missen, maar intussen vergeten ze wel dat het een mooie dag is en missen ze fysieke interactie. Hun kinderen, hun geliefde, hun ouders, vrienden…  alles benaderen ze anders. De mensen weten nu meer en ze willen overal een mening over verkondigen. Die constante stroom aan informatie put je uit en je hebt er niets aan. Ik wil mijn leven niet leven op een iPhone.

Is er een tekst die echt belangrijk is voor je?
Ik vind ze allemaal even belangrijk en anderzijds ook niet belangrijk. Er is niets opzienbarends aan wat ik denk. Ik denk ook niet dat de mensen zo  geïnteresseerd zijn in de mening van die ene muzikant. En wie ben ik? Ik heb zelfs nergens een uitgesproken mening over, omdat je – zoals met de meeste dingen in deze maatschappij – je gewoon moet laten gaan met de flow. Wat kan je trouwens doen? Ik bedoel maar, je gaat stemmen. Wat betekent dat nog? Je probeert een stem uit te brengen op je partij en ze bedriegen je toch. Dus heeft het weinig belang. Ik heb mezelf ook nooit een groot tekstschrijver gevonden. Ik heb nooit beweerd dat ik iets te zeggen had, omdat mijn echte ding muziek en emoties is. Als ik iets wil bereiken met mijn muziek en teksten, dan is het dat mensen er iets bij voelen. Als ik geen gevoelens kan losweken bij hen, dan heb ik gefaald. Als ze iets voelen, dan is het goed. Of wanneer ze het enkel beschouwen als een rocksong om een biertje bij te drinken, mij ook goed. Ik denk niet in termen van de wereld veranderen, maar ik wil ook niet in een bepaalde richting gedwongen worden of in een hokje geplaatst. Ik wil zien wat er aan de andere kant gebeurt en muziek blijven exploreren. Muziek maakt z’n groot deel uit van mijn leven dat het levensnoodzakelijk is voor me. En tekstueel tracht ik iets te vinden dat past bij de muziek. Bij voorkeur iets met inhoud, maar dat hangt af van persoonlijke perceptie.

Check de onderstaande socials voor meer informatie over deze band.