Nathalie Houtermans: “Dat is precies dat hoekje waarvan ik denk dat mensen het allemaal te duister vinden, te theatraal. In die zin is er een zekere onderstroom van wat rafelige, duistere muziek en in die traditie staan wij wel. Alleen het is een hele kleine traditie.”
In het begin van maart, op een druilerige zondagochtend, reisde ik af naar Nijmegen. Er waren meerdere redenen om dat te doen. Eén daarvan was om te ontsnappen aan het carnavalsgedruis in mijn eigen stad (maar helaas bleken ze in Nijmegen ook aan dat malle feest te doen). Een andere was omdat ik daar had afgesproken met twee leden van het Rotterdamse Katie Kruel, een band die met zijn donkere, zware muziek moeilijk te definiëren is. Hun nieuwe album ‘The Rise And Fall Of Cannibal Planet’, levert genoeg gespreksstof op als ik met oprichters Nathalie en Hans neerstrijk op een tafeltje bij Starbucks. Onder het genot van espresso en klinkende glazen op de achtergrond steekt het tweetal van wal.
Door: Bart Meijer – 14 mei 2019
Hoe is het met jullie?
Nathalie: Ja, goed, we zijn blij omdat het album overal zo goed ontvangen wordt. Mensen zijn onder de indruk.
Was dat bij het vorige album anders?
Nathalie: Nou, bij het vorige album vielen we een beetje in een gat omdat vlak na de release de drummer en bassist weer terug naar hun andere band gingen.
Hans: Ja, dat was vrij snel na de release, en daardoor konden we eigenlijk niet doorpakken met dat album omdat de prioriteit was een nieuwe ritmesectie vinden. Het was op zich niet heel moeilijk om die te vinden, maar omdat we eerst nog een drummer en bassist kregen waar we niet tevreden over waren, waren we vooral veel tijd kwijt aan het instuderen van de nummers. Er zijn op zich wel drummers en bassisten…
Nathalie: …maar die moeten natuurlijk wel aansluiten bij wat wij willen, En wat wij willen is ook wel een beetje apart. We hebben tussen de albums in ook nog een EP uitgebracht en daarna gebeurde eigenlijk precies hetzelfde, en moesten we weer op zoek naar nieuwe leden. Daarom konden we toen ook niet goed doorpakken. Voor het nieuwe album wilden we toch echt een stuk zwaarder. De teksten vragen daar ook om. Die behoefte hadden wij en wat we vooral niet wilden was een standaard metal geluid. Wat we graag wilden was het rauwe, in your face van punk maar met het zware, sludge-achtige van de metal er in.
En dat is aardig gelukt, het nieuwe album klinkt zwaarder en grauwer dan het vorige.
Hans: Ja, het is voor ons wel een logische ontwikkeling. Je weet niet hoe anderen daarop gaan reageren. Je bent er zelf de hele dag mee bezig en op een gegeven moment kun je daar niet zo goed afstand meer van nemen en begin je je af te vragen wat anderen er van zullen vinden. En dan is het leuk om te merken dat ze het mooi vinden.
Jullie maken al lang samen muziek.
Nathalie: Inderdaad, dat doen we al een tijd en zelfs als we niet samen in een band zaten zochten we elkaar op. Thuis gewoon een beetje rommelen op de gitaren.
Hans: Ik ben ooit in de negentiger jaren toevallig als bassist beland in onze band The Bride (Stripped Bare), waar Nathalie in zong en waarin ik eigenlijk de gitarist was, maar ze hadden een bassist nodig. Ik speelde ook bas in een andere band, die redelijk succesvol was. En toen die band stopte een aantal jaren later zijn we samen doorgegaan.
Dat vroeg ik mij dus af: jullie hebben samen in die band gespeeld. Waarom was het nodig om een nieuwe band te beginnen? Konden jullie niet verder gaan onder die naam?
Nathalie: Nee, dat was een andere samenstelling, een andere periode, een ander soort muziek. En er zat ook tijd tussen hè.
Hans: Mensen gingen weg en die band hield gewoon op met bestaan. We hadden er nog best wel een tijdje mee door willen gaan. Dat stopte, en toen zijn wij eigenlijk samen een nieuwe band begonnen. Ik weer op gitaar, omdat dat toch mijn primaire instrument is.
De naam Katie Kruel, je geeft zelf aan dat het van het nummer ‘Katie Cruel’ (Karen Dalton) komt?
Nathalie: Ik hoorde op een gegeven moment dat nummer. Soms komt iets keihard binnen en dat…kijk, als ik er over vertel krijg ik er weer kippenvel van. Ik heb een hele brede smaak, dit is een folk nummer. Karen Dalton, de vertolker van dit nummer, is een hele tragische persoon geweest. De manier waarop zij dat nummer neerzet, alles viel op zijn plek. Het vertegenwoordigt ook heel sterk hoe ik me op dat moment voelde. Ik heb het een tijd echt wel zwaar gehad en ik trad naar buiten, kwam weer wat meer onder de mensen en ik dacht: de wereld is veranderd. En dit nummer vertegenwoordigde dat gevoel heel erg. Ondertussen waren wij om de keukentafel nog steeds muziek aan het maken en was het tijd voor een nieuwe band. Toen is Katie Kruel als een soort geuzennaam ontstaan. En met een K geschreven vanwege praktische overwegingen, omdat je het anders totaal niet kunt vinden tussen alle referenties naar dat nummer. Het staat ook wel cool.
Er zijn in de zang bepaalde dingen die ik denk te herkennen. Zoals in ‘A Wandering Mind’. Als ik dat hoor moet ik heel erg aan Grace Slick (Jefferson Airplane) denken. Heb je qua zang ook inspiratiebronnen?
Nathalie: Ja, en die zijn heel uiteenlopend. Grace Slick is leuk dat je die noemt, want wij coveren ‘White Rabbit’ en ‘Somebody To Love’ ook wel. Die laatste hebben we ook een keer opgenomen in de studio. Ik heb zelf een heel andere stem. Bij ‘White Rabbit’ moet ik echt moeite doen om die laatste tonen goed te halen. Technisch best een moeilijk nummer. Het is niet iemand die ik per se als een invloed zou noemen.
Misschien ook wel een beetje een standaard vraag, over inspiratiebronnen, maar wat ik interessant vind is waarom sommige artiesten graag uitkomen voor wie hun muzikale helden en heldinnen zijn en waarom anderen het onprettig vinden om vergeleken te worden.
Nathalie: Het is niet zo zeer onprettig. Ik haal hele rare dingen uit zangstemmen, dus als ik dan namen noem denkt men van: “Huh?” Bijvoorbeeld één van de aller-, aller-, allerbeste zangers die ik ooit heb meegemaakt was John Lee Hooker op zeventigjarige leeftijd. Fenomenaal, waanzinnig goede stem. Lijk ik op die stem? Nee, totaal niet, maar het is wel een waanzinnig belangrijke inspiratiebron. Veel meer vanwege de impact die hij had. Een ander voorbeeld is Henry Rollins. Lijk ik daarop? Nee. Maar ik bewonder die enorme noodzakelijkheid die doorklinkt in zijn stem. Een stoot aan energie waar je niet aan kunt ontsnappen. Dat zijn voorbeelden voor mij, waar ik inspiratie uithaal. Patti Smith, ook, met name de stukken waarin ze gesproken woord doet.
Dat doe jij niet echt hè, stukken vertellen?
Nathalie: Nee, maar wat Patti Smith doet is, ze neemt je heel erg mee in haar verhaal en dat is heel moeilijk. Als iemand staat te vertellen op een podium ontsnapt de aandacht vaak. Ik was laatst bij een concert van haar in Utrecht en ze las voor uit eigen werk, en zelfs een gedicht van iemand, en de zaal was muisstil. Ieder woord komt aan.
Is dat iets wat zij gewoon heeft? De mensen die je opnoemt, of kun je daar op oefenen?
Nathalie: Het zal ook ervaring zijn, ik weet niet of zij vanaf het begin al zo was.
Hans: Ik heb haar bij Down The Rabbithole gezien een aantal jaren geleden. Dan komt ze op en dan zie je het publiek eerst van, ze ziet er niet uit. Haar ongekamd en zo’n veel te groot mannenjasje, maar na een minuut is iedereen in de ban van haar charisma. Echt gaaf om te zien.
Nathalie: Wat ik ook heel bewonderenswaardig vind, dat ik denk van hier gebeurt iets, is met de zanger van Amenra.
Hans: Geweldige band ja.
Nathalie: Dat hoor je ook niet terug in mijn stem. Maar daar haal ik wel inspiratie uit.
Hans: Ik ook, als muzikant. Vooral de dynamiek. Semi-akoestisch en soms dat hele harde. In de loop van de tijd word je door een heleboel dingen geïnspireerd, je luistert naar van alles, maar Amenra is een band die mij op dit moment erg raakt. En dan ook de zachte dingen waarin ze hetzelfde weten over te brengen als in dat bijna gewelddadige.
Ik vind het leuk dat jullie Amenra noemen, want mijn volgende vraag gaat over de zang. In sommige nummers ga je helemaal los, bijvoorbeeld in ‘Still’. Dat snijdt echt door je heen als je dan zo schreeuwt. Dat heeft Amenra ook. Kun je elke keer als je zo’n nummer zingt daar diezelfde emotionele lading aan geven?
Nathalie: Toevallig had ik het daar net met Hans over. We hadden het over gitaristen en solo’s. Ik heb echt een hekel aan gitaarsolo’s.
Jij ook, Hans?
Hans: Ik speel zelf zelden gitaarsolo’s. Ik vind het meestal weinig toevoegen aan muziek, maar er zijn natuurlijk gitaristen die geweldig mooie solo’s spelen. Die zijn er wel heel weinig vind ik.
Nathalie: Als je aan het zingen bent en je gelooft niet in ieder woord dat je zingt, zeker met dit soort muziek, dat zijn geen deuntjes. Je moet ieder woord geloven, anders komt het niet aan. Ik probeer dat dus iedere keer weer te voelen. Bij ‘Still’, dat is heel grappig, want die tekst ligt niet helemaal vast. Ik heb daar allerlei variaties op die in me opkomen. Dit nummer kent improvisatie en al naar gelang de stemming van die dag wordt het ook aangepast. Dingen kunnen heel erg van betekenis veranderen. Eén van de redenen waarom ik ook geen teksten opstuur.
Ik kan mezelf wel erg vinden in dit album, ‘Cannibal Planet’. Je ziet dat het een hele nare wereld is, maar je geeft ook aan dat je dan niet bij de pakken moet gaan neerzitten want er is wel verandering mogelijk. Kun je een klein beetje het verhaal uitleggen?
Hans: Nathalie’s teksten horen heel erg bij de muziek. Daarom doen we ook geen teksten bijvoegen op het inlegvel van de cd, bijvoorbeeld. De teksten alleen, dat is het niet. Die komen pas tot leven met de muziek, die horen bij elkaar. Als ik met iemand anders dan Nathalie muziek zou maken zou ik ook andere nummers verzinnen. Dat thema van ‘Cannibal Planet’… Wij zitten wel echt op één lijn met onze ideeën en ik ben zelf helemaal niet echt bezig met mijn ideeën over de wereld om te zetten in muziek. Ik heb natuurlijk heel veel ideeën over de wereld, voel me ook erg betrokken bij alles wat er gebeurt, alleen het is niet zo dat ik dat bewust aan het vertalen ben in muziek.
Nathalie: ‘Cannibal Planet’, het titelnummer, is eigenlijk een verhaal dat ik ooit geschreven heb voor een gelegenheidsproject dat ook ooit eens één keer is uitgevoerd. Ik kwam het weer tegen en dacht: hier moet ik iets mee. Dat hele tijdsgewricht, wat er nu aan de hand is, dat extreme neo-liberalisme, die enge gasten die overal ter wereld opduiken. Dit is het, dit is hoe de wereld nu in elkaar steekt. Ik wil niet zeggen dat het vroeger allemaal goed was, maar er gebeurt iets naars. Dat hele perspectief van de buitenstaander is iets dat uit de sciencefiction komt en dat is fantastisch om te gebruiken om mensen vanuit hun eigen situatie naar deze situatie te laten kijken. Dat is de techniek. Ik ben niet iemand die gaat zeggen: En je moet dit, en je moet dat. Daar heb ik helemaal geen behoefte toe. Wat ik wel wil doen is laten zien wat dit nou betekent op een één op één niveau. Elkaar echt aankijken. En dan komen er dingen samen. Hele erge dingen die ik heb meegemaakt in de loop der jaren. Het is in die zin autobiografisch, maar het gaat om een veel groter plaatje. Het gaat er niet echt om wat ik heb meegemaakt, het gaat er om wat mensen overal meemaken. Kijk nou toch eens, jongens, en doe dit nou gewoon eens beter. Dat is eigenlijk mijn boodschap hier.
Vind je dat niet moeilijk te verwoorden? Want je vindt een heleboel dingen en ik merk dat ik het daar wel erg mee eens ben, alleen als ik dat dan probeer te vertalen naar woorden en zinnen en dingen die mensen begrijpen dan lukt dat vaak niet.
Nathalie: Daar heb je muziek voor, dat is uitermate goed geschikt hiervoor. Ik kan best een heel betoog schrijven, maar dat is niet van belang. Wat van belang is, is dat jij het voelt. Daarom is het niet essentieel dat je de teksten letterlijk verstaat. Het gaat erom dat je het voelt en dat er dan iets gebeurt. Kan me niet schelen wat, maar je moet wel iets voelen.
Hans: Dat zie je ook terug in hoe wij die nummers maken. Meestal begint het bij de muziek en langzamerhand komen daar woorden bij en de muziek verandert ook. Ik verzin thuis wel wat dingen, riffs en zo, en dan met zijn allen gaan we dat in elkaar zetten en na verloop van tijd ontstaat dat nummer. Met zijn allen vullen we dat in, terwijl Nathalie die teksten verzint. Heel veel wordt ook bedacht aan de hand van de sfeer van een nummer. Uiteindelijk wordt dat dan een lied. Daarom hoort het ook zo bij elkaar.
Nathalie: De meeste bands schrijven echt liedjes volgens een bepaalde structuur en dat vind ik gewoon niet interessant.
Ik las ook dat iemand schreef dat wat jullie doen onderdeel is van een traditionele, grauwe, Rotterdamse scene. Uit Rotterdam komen ook Dool en Gula, bijvoorbeeld, en er zitten wel wat raakvlakken tussen deze bands en jullie. Is er een soort van grijs, Rotterdams geluid?
Nathalie: Er zijn wel een aantal bands die al sinds de tachtiger jaren in een soort donker hoekje zitten waar over het algemeen Rotterdam weinig over wil weten. Dat is precies dat hoekje waarvan ik denk dat mensen het allemaal te duister vinden, te theatraal. In die zin is er een zekere onderstroom van wat rafelige, duistere muziek en in die traditie staan wij wel. Alleen het is een hele kleine traditie.
Had de muziek anders geklonken als jullie uit Den Haag kwamen of Utrecht?
Nathalie: Misschien wel. Rotterdam heeft natuurlijk wel een specifieke sfeer.
Hans: Dat weet je natuurlijk nooit. Ik weet dat zelf niet, ik woon wel al heel lang in Rotterdam. Ik vind het ook een fijne stad om in te wonen en rond te lopen, dus dat heeft vast effect op de muziek. Alleen je kunt niet naar een parallelle wereld gaan waarin je dertig jaar in Amsterdam hebt gewoond.
Zou wel leuk zijn.
Hans: Ja, hahaha.
Nathalie: ‘Carnal City’, dat nummer dat gaat over Rotterdam, door de ogen van iemand die daar in het nachtleven als een dwaas een beetje rondloopt. Dat geeft wel aan dat de verbintenis met de stad er is. Het is een kant van Rotterdam die nu aan het veranderen is, nu is Rotterdam heel hip.
Maar goed, dat gedeelte dat jullie doen zal dan waarschijnlijk niet heel hip worden. Of verwachten jullie nog dat…?
Nathalie: Wij verwachten natuurlijk wereldfaam, haha.
Uiteraard. Dat is jullie wel gegund natuurlijk.
Nathalie: We weten dat we in een niche van een niche van een niche zitten en in Rotterdam is er niet echt veel enthousiasme voor dit soort muziek. Dat geeft niks want er zijn andere plekken op de wereld waar dat wel is en we zijn ook heel tevreden met een mindere godenstatus als we maar lekker muziek kunnen blijven maken en dat er genoeg mensen zijn die het kunnen horen. In iedere stad zit wel een gek, zoals jij, die de muziek goed vindt. Maar die moeten ons wel kunnen vinden, dat is de missie.
Jij hebt aan de kunstacademie gestudeerd en aan de universiteit. Hans is leraar geweest. Wat vinden jullie van iets als de Rock Academy. Is het verstandig als mensen een opleiding volgen tot muzikant of ontstaan die dingen beter spontaan?
Nathalie: Aan de ene kant denk ik het is super fijn als mensen begeleid kunnen worden, op weg geholpen kunnen worden en in relatieve rust en ruimte zich kunnen ontwikkelen. Ik geef les op de kunstacademie, dus ik ben daar zeker niet tegen. Wat wel zo is, is dat ik het heel belangrijk vind dat mensen niet leren om volgens een bepaald format te werken, zo van het moet zus en zo, anders word je geen goede muzikant. Dus ik ben niet anti, maar ik ben wel anti op het moment dat mensen wordt geleerd om iets via een vast stramien te doen.
Hans: Toen dat fenomeen in opkomst kwam, rockacademie, keek ik er wel heel raar tegenaan in eerste instantie. Mijn eerste reactie was dat ik het helemaal niks vond, ook vanuit mijn eigen achtergrond waarin ik alles zelf deed, in de kelder van een kraakpand en het idee dat je dan op school zou moeten zitten om dat te leren. Dan realiseer je je uiteindelijk dat iedereen zijn eigen weg heeft en er wellicht geweldige bands zijn over een tijdje, die zijn begonnen op de rockacademie. Dat kan natuurlijk ook. Ik vond het wel echt een surrealistisch fenomeen. Ik vond het totaal niet passen bij mijn beeld: je bent jong, je houdt van muziek en je wilt dat zelf ook gaan doen. Je scharrelt een oude gitaar op. Het rockacademie traject is dan heel anders.
Heb je het je zelf ook geleerd? Gitaarspelen? Lijkt me best moeilijk als je begint met niks.
Hans: Nou, ik had wel een aantal jaren blokfluitles gehad.
Ja, wie niet?
Hans: Dus ik weet wel iets van toonladders. Ik was tien of twaalf, met een gitaar van een nicht, met drie snaren en ik ging naspelen wat ik hoorde. Jimi Hendrix, Led Zeppelin, Stooges, punk op een gegeven moment. En dit is het resultaat.
Hebben jullie dan ook nog een mening die je wil delen over talentenshows?
Hans: Daar heb ik wel een mening over ja.
Nathalie: Haha, wat is dat nou voor vraag? Meteen afschaffen.
Hans: Ik vind dat dat niks met muziek te maken heeft. Het is meer een tv-format, wat veel mensen blijkbaar leuk vinden. Het is erg populair, een wedstrijdje met heel veel emotie, maar muzikaal… Ik vind het ook niet vreemd dat weinig artiesten groot worden. Het gaat vaak om anderen nadoen.
Nathalie: Het soort muziek dat wij maken is juist heel erg gebaat bij mensen die niet doen zoals het volgens de regels hoort. En dat kun je eigenlijk alleen maar goed doen op het moment dat je verschrikkelijk eigenwijs bent en je eigen weg probeert te zoeken. Dan kun je wel een lesje hier nemen en een lesje daar, maar wat je eigenlijk doet is je eigenheid ontwikkelen en zo’n talentenshow die kijkt niet naar de eigenheid. Die kijkt naar de commerciële waarde, naar of mensen hun trucje goed kunnen. Je zou ons nooit vinden bij zo’n show, ik denk dat mensen heel erg zouden schrikken.
Hans: Ik denk dat dat geldt voor heel veel hele grote artiesten. Neil Young, goede artiest, die zouden ze waarschijnlijk uitlachen. Of Patti Smith. Ik heb daar helemaal niks mee. Mensen die daar naar kijken vind ik prima, maar het heeft heel weinig met muziek te maken.
Nathalie: Ik zie dat ook als een ander soort wereld. Je had het net over invloeden en ik kan nog wel een aantal artiesten opnoemen waarvan je misschien denkt, luister je daar ook nog naar? Ik ben altijd op zoek naar de rafelrandjes, de dingen die anders klinken, waar net iets gebeurt wat niet helemaal volgens de orde is. Wat nét schuurt en wrijft en wringt. Mensen die naar dit soort programma’s kijken die willen helemaal niet dat het wrijft en schuurt en wringt. Die willen niet met hun kop ergens op gedrukt worden, die willen gewoon lekker mee gaan in de emotie. Andere mensen zijn dat. Dat vind ik prima, er zitten hele leuke mensen bij, maar dat zijn denk ik niet de liefhebbers van onze muziek.
Hans: Om heel eerlijk te zijn heb ik het ook nog nooit aandachtig bekeken.
Nathalie: Nee, haha, alleen op YouTube, als mensen het me lieten zien. Ik kijk heel weinig tv.
Waarom dan eigenlijk?
Ik heb niet eens een tv. Ik vind het dagelijks nieuws zo deprimerend. Onderzoeksjournalistiek vind ik wel interessant, met verschillende lagen, maar die rush-of-the-moment dingen, wat moet je er mee? Verschrikkelijk. Als er echt iets belangrijks is dan hoor ik het wel van Hans.
Want jij kijkt wel tv?
Ja, ik ben wel een nieuws-junk. Heel erg betrokken.
Dus wat zou je doen als je de baas zou zijn van het journaal? Om maar even op muziektermen te blijven, Kinderen Voor Kinderen. Alleen maar leuke dingen?
Hans: Oh nee, dat hoeft niet. Ik denk dat we hier in Nederland best blij mogen zijn met de manier van nieuw vergaren.
Nathalie: Ik heb ook niks tegen het journaal, ik zeg alleen dat ik daar niks mee kan omdat het allemaal te heftig binnenkomt. Ik ben een gevoelig mens, denk ik.
Daar is niks mis mee. Er zijn trouwens maar weinig mensen die ik spreek die van hun muziek een fulltime baan kunnen maken. Jullie ook niet. Heeft dat nog een bepaald effect op jullie creativiteit?
Nathalie: Ik denk dat in ons genre niemand is die van de muziek kan leven. Dat wisten wij eigenlijk al heel snel. Ik heb ooit een relatie gehad met iemand die op dat moment in een succesvolle band zat en die heeft precies één jaar van zijn muziek kunnen leven. Ik had toen zoiets van, met de muziek die ik wil maken hoef ik niet eens die illusie te hebben. Dus het is er altijd een beetje bij blijven bungelen. Geheel tegen mijn zin trouwens, ik had er graag meer tijd aan willen besteden. Dat beetje ruimte heb ik nu en dat gebruik ik ook. Ik denk als we die tijd eerder hadden gehad dat dat zeker gevolgen had gehad. Ik denk dat we dan veel verder waren geweest waar we nu zijn. Niet zo zeer dat we er van hadden kunnen leven. Aan de andere kant denk ik ook, die teksten en de muziek hadden nooit al die verschillende lagen en connotaties gehad, die diepte, als het hele leven er niet overheen was gegaan.
Hans: Voor mij is dat enigszins vergelijkbaar. Ik heb nu de luxe dat ik wel heel veel tijd er aan kan besteden, want ik werk niet zo veel meer. Ik hou me ook bezig met fotografie.
Als hobby, of meer?
Hans: Wat is hobby? Muziek was ook altijd mijn hobby maar ik heb dat nooit zo gevoeld. Fotografie ben ik gaan doen in een periode dat ik wat minder muziek maakte omdat ik toch de behoefte had om iets te creëren. Dat ben ik blijven doen. Voordat we Katie Kruel begonnen heb ik ook wel hele fijne banen gehad, maar daar was ik dan zeventig a tachtig uur in de week mee bezig. Dan heb je niet de tijd en de mogelijkheid om daar meer mee te doen.
Nathalie: Jij zegt het woord hobby, maar zo heeft het nooit gevoeld. Het is altijd een hele erge noodzaak geweest.
Hans: Het woord hobby…als je er niet van kunt leven dan is het maar een hobby. Dat klopt ook niet.
Nathalie: Nee, het moet er wel echt uit, de momenten in mijn leven dat ik geen muziek kon maken waren niet de beste momenten. Het moet niet hier in blijven zitten. Het is dan ook meer een vorm van ademhalen, van bij het leven horen dan iets dat gezien kan worden als een vrijetijdsbesteding.
Dat vind ik mooi omschreven, zo had ik het nog niet bekeken. Ben je nu boos op mij?
Nathalie: Nee hoor, helemaal niet, ik vond het een hele grappige vraag. Het is ook wel iets dat mensen vaak denken, maar voor ons is dat in ieder geval niet zo. En ik denk voor een hele hoop muzikanten ook niet. De meeste muzikanten in Nederland die een beetje zinnige muziek maken kunnen er niet van leven.
Nog één vraag, wanneer zien we jullie in Tilburg?
Nathalie: Ja, regel het! Haha, we gaan heel hard ons best doen om dat voor elkaar te krijgen. We staan binnenkort in Gouda, in Amsterdam. We zijn druk bezig met van alles.
Hans: Optredens krijgen is altijd lastig. Als wij vanavond in Tilburg spelen staan er niet ineens 500 mensen op de stoep. Zalen willen natuurlijk ook een band hebben die wat mensen trekt. Je zou toch graag een goede boeker willen hebben, maar die gaat ook even kijken op Facebook en zegt: 550 likes vind ik niet zo veel. In die zin hopen we natuurlijk wel dat we misschien net een stapje kunnen maken om die muziek bij meer mensen te krijgen. Dat er nu wat verspreiding is op playlisten of een radiostation vind ik al leuk, want andere mensen horen ook eens je muziek en vinden er wat van. Dat we onze muziek kunnen vastleggen geeft al een kick, maar uiteindelijk wil je het toch aan anderen laten horen. En dan hopen we wat grotere zalen en een wat breder publiek te bereiken.
Nathalie: Een optreden doe je ook niet zomaar. We klimmen niet op het laatste moment ons kloffie in, het podium op en dan zien we wel waar het schip strandt. Als we het goed willen doen… We hebben voor dit nieuwe album fantastisch mooie projecties, er zijn allemaal filmpjes voor gemaakt. Het ziet er echt waanzinnig uit. Er is net een clip verschenen, die is gebaseerd op één van die filmpjes. We zorgen ook dat we speciale lichten bij ons hebben, we hebben een soundscape van tevoren. We willen echt iets neerzetten om nog indringender te laten voelen wat we bedoelen. Dus live spelen is een hele belangrijke vorm van communicatie. Op het moment dat ik op het podium sta dan praat ik met mensen. En op het moment dat dat niet kan, als een programmeur zegt, ik weet niet in welk hokje ik jullie moet plaatsen en met welke andere band ik jullie samen moet zetten…
Jullie zijn niet van de hokjes, of wel?
Hans: Nou, we zijn er ook niet niet van, het maakt me eigenlijk niks uit. Als je ons nu Googled staat er “Katie Kruel doom metal”, als we daardoor… Wij maken gewoon de muziek die we mooi vinden. We denken niet, oh we moeten stoner gaan maken, of sludge of alternatieve rock. Daar zijn we helemaal niet mee bezig, wij maken gewoon muziek. Natuurlijk, waar we het al eerder over hadden, je wordt wel beïnvloedt door dingen en dat verwerk je weer in je eigen muziek, maar niet in de zin van dat we in een bepaald hokje willen passen. Dat is soms wel een nadeel, mensen weten niet altijd wat ze er mee aan moeten, dus als dat nadeel wordt weg gehaald door er een label aan te hangen, ga gerust je gang.
Nathalie: Daarom was jouw recensie zo fijn, met name vanuit Lords Of Metal. Één van de mogelijkheden om te spelen is op festivals, maar omdat ze niet weten welk label ze op ons moeten plakken weten ze niet waar ze de band nou moeten plaatsen. Terwijl wij zelf vinden, we kunnen makkelijk op een festival wat stoner, doom, sludge programmeert. Niet zeiken, gewoon tussen stoppen. Ik brul ze er allemaal uit.
Ik denk ook dat aanhangers van die genres wel vrij open-minded zijn.
Nathalie: Ik stuurde Hans laatst nog een link door van een doom metal band uit Utrecht. Nee, black metal. Ik zit er naar te luisteren en ik denk, is dit nou black metal? Vanwege de tremolo picking, maar dat is dan ook alles, voor de rest was het echt niet typisch black metal, qua inhoud en teksten.
Hoe heet die band?
Hans: Grey Aura.
Nathalie: Grey Aura ja! Om maar aan te geven dat ze door dat black metal label opgepikt worden door bijvoorbeeld een Roadburn. Maar black metal? Een hele interessante band trouwens, heel fijn dat dat soort bands er zijn.
Omdat ze genre-overstijgend zijn?
Hans: Precies. Dat zie je gelukkig steeds meer. Er ontstaan natuurlijk telkens nieuwe genres. Een tijd geleden was alles in vakjes te plaatsen, dat waren allemaal andere werelden en die tijd is gelukkig voorbij, heb ik het idee.
Nathalie: En dat soort bands zijn ook interessant omdat ze iets te melden hebben. Het hoeft niet per se een politieke boodschap te zijn.
Het is iets meer dan “verbrand de kerk”?
Nathalie: Ja, meer dan verbrand de kerk, of satan. Wie heeft er in vredesnaam nog behoefte aan de zoveelste tekst over een soort sprookjesversie van het satanisme?
Hebben jullie nog iets dat je wil vertellen dat ik niet gevraagd heb? Een politieke boodschap?
Nathalie: Nee, haha. De samenwerking met Silvia is interessant. Zij is een waanzinnig goede kunstenares, je moet haar maar eens opzoeken. Ze maakt eigenlijk beelden, dus die foto’s die we gebruiken zijn echte beelden, sculpturen. Echt geweldig dat we zo intensief met haar hebben samen kunnen werken. Ik ken haar al heel lang, van de kunstacademie. Het is heel grappig, we hadden elkaar al jaren niet gesproken en ineens stond ze bij één van onze optredens en toen dacht ik, dit gaat hem worden. Ze kwam met allemaal gave ideeën.
Hans: Het was net de periode dat we bezig waren met het ontwerpen van de hoes. We doen altijd heel veel zelf, ook omdat je zelf wel een beeld hebt van de vormgeving en dan net dat moment, die connectie met Silvia, dat voelde als een perfect passende handschoen. Er is echt een soort van wederzijdse bewondering. Heel leuk om zo samen te werken.
Nathalie: We zijn nu beelden aan het monteren onder de muziek en het gekke is, ik vind het gewoon bijna eng. De hele betekenis van de muziek en die beelden gaan in elkaar op.
Hans: Echt een hele goede match, toevallig kwam dat bij elkaar.
Check de onderstaande socials voor meer informatie over deze band.