Lords of Metal
Arrow Lords of Metal

Haliphron – interview met Jessica Otten (bas) – Jeroen Wechgelaer (gitaar)

Jessica: “We gaan niet meer vechten zoals we bij onze vorige bands gedaan hebben, zoals in een café staan spelen voor vijftig euro.

Men moet het ijzer smeden als het heet is, is zeker van toepassing bij Haliphron. Pas opgericht in 2021, brachten ze in maart 2023 hun debuut ‘Prey’ uit en nu zijn ze er al terug met opvolger ‘Anatomy of Darkness’. En ja, die plaat klinkt zelfs nog straffer. Normaal deed enkel bassiste Jessica de interviews maar speciaal voor Arrow Lords Of Metal kwam gitarist Jeroen er ook bijzitten. Tijd voor een onderhoudend gesprek over het album, de band en waarom het nu met Haliphron ineens wel lukt want de band stond ondertussen al op gerenommeerde festivals zoals Copenhell en Bloodstock . We kregen eerst Jessica voor de camera, Jeroen kwam er enkele minuutjes later bij. 
Koen de Waele Ι 14 oktober 2024

Hallo Jessica, hoe gaat het? Hopelijk niet te druk want ik vernam dat jij zowat alle interviews doet.
Ja, eigenlijk doe ik enkel de interviews via Zoom. Maar voor jullie wilde Jeroen nog een uitzondering maken en hij komt er straks ook bij. Toen het debuut ‘Prey’ uitkwam, hadden Jeroen en Ramon (Ploeg – gitarist) zowat alle Zoom interviews gedaan en die waren daar eigenlijk een beetje klaar mee. Omdat Ramon druk is met werk doe ik het nu. De interviews per e-mail handelt Marloes (Voskuil – zang) af.

(Ondertussen is Jeroen er ook bijgekomen) Hoi Jeroen, heb jij nu een luilekkerleven nu Jessica alle interviews voor zich neemt?
Ik heb inderdaad gezegd dat ik bij dit album wat minder interviews ga doen want bij het vorige waren het er wel heel veel. Ik beantwoordde dan nog eens de geschreven interviewvragen die per e-mail langskwamen en deed radio-interviews. Ik heb het momenteel erg druk op mijn werk dus het komt wel goed uit. Maar vandaag en voor jullie maak ik een uitzondering.

Jullie debuut ‘Prey’ is nog maar een jaartje uit en nu zijn jullie al terug met de opvolger ‘Anatomy of Darkness’. Waarvan komt die grote werkethiek? Of hadden jullie al zoveel materiaal klaarliggen?
Jessica: Het is inderdaad echt wel snel gegaan want het vorige album kwam in maart 2023 uit en nu zijn we er al met het volgende. Ramon legt meestal de blue prints neer en bij het afronden van het vorige album, had hij die voor dit album al klaar. Hij heeft doorgeschreven als een malle en ik weet niet wat het nu juist is waardoor hij zo geïnspireerd is. Volgens mij heeft hij zelfs al blue prints voor het volgende album klaar liggen. We hebben hem wel op de rem laten trappen want dit album moet op livegebied voldoende groeiruimte krijgen.

Jeroen: Onderling hebben we afgesproken om vanaf nu langere periodes in te lassen tussen twee albums. Het volgende album gaat nu wel wat langer op zich doen wachten.

Jessica: Het voelt wel goed aan dat we er nu al zijn met het tweede album zijn want je voelt gewoon dat we gegroeid zijn.

‘Prey’ was het debuut van een nieuwe band. Zeg maar een beetje aftasten wat iedereen kon. Is dat nu anders verlopen nu jullie elkaar al langer kennen?
Jeroen: Ja, het is nu wel anders gelopen. De methode waarmee we hebben opgenomen is bewust anders gegaan en dat in onderling overleg. We wilden iets neerzetten wat we in een studio hebben opgenomen. Dat op zich was al een doel. We werkten samen met Hans Pieters van de Excess studio. Ramon kende die al en we hadden daar al eens geoefend. We zochten deze keer een meer natuurlijk en rauwer geluid. De drums zijn old school opgenomen en voor de gitaren werkten we met versterkers uit de jaren tachtig en negentig. Ook de microfoons waren uit dat tijdperk en dat was helemaal anders dan het vorige album. Dan deden we alles thuis en het resultaat hebben we dan aan een studio gegeven. We hebben ook alle reviews over ons debuut goed gelezen en een punt was dat de nummers soms wel lang duurden. Bewust hebben we nu kortere nummers geschreven.

Niet dat extreme metal ooit vrolijk klonk, maar met ‘Anatomy Of Darkness’ hebben jullie wel heel duistere kanten verkend. Seriemoordenaars, gokken, zelfmutilatie, brandstichting en noem maar op. Zitten jullie dan op het internet te zoeken naar zo een zaken of hoe komt dat er ineens?
Jeroen: Marloes schrijft de teksten en die is supergeïnteresseerd hoe het menselijk brein werkt en hoe iemand kan doordraaien door uit de ban te springen in negatieve zin. Dat is haar voornaamste focus. De grootste aandacht op dit album gaan naar verslavingen. Ze vond het superinteressant hoe iemand ertoe kan komen om brand te stichten of in zichzelf te snijden of om zich te verliezen in de drank. Ze kan zich verplaatsen in het gevoel dat mensen hebben of kunnen hebben en ze heeft daar enorm veel opzoekingwerk naar verricht. Dat is zowat de rode draad. Het zijn alleenstaande nummers maar het concept draait rond verslavingen. Het is dus geen verhaal op zich zoals King Diamond soms deed op zijn albums.

Jessica: Dit album is echt wel duister als je naar de teksten luistert.

Jeroen: Dat is nu eenmaal het onderwerp. Er komen vies confronterende zaken tastbaar naar boven. Iemand in je vriendenkring of familie kan op zo’n manier verslaafd zijn. Het is realistisch om dat naar boven te brengen en dat maakt het nu net zo duister. Iedereen kan zich wel in een bepaald nummer herkennen. Het is geen fantasieverhaal. Het is meer alsof je een spiegel wordt voorgehouden.

Ik vond ‘Prey’ al heel sterk maar nu overtreffen jullie gewoon jezelf. Dat begint al met het eerste echte nummer ‘Silent Escape’. Vooral Marloes overtreft zichzelf daar zo’n lange coupletten zonder naar adem te happen. Doet ze dan zoiets achter de micro terwijl jullie haar voortdurend aanmoedigen om steeds verder en verder te gaan.
Jeroen: bij elk album wil je jezelf als muzikant verbeteren. Bij Marloes is de zang haar instrument en dat is lichamelijk. Je bent dus afhankelijk van het trainen van je spieren. Bij het zingen is dat lastiger maar ze oefent erg veel en ze wil zich op elk album overtreffen. Dat is een goede insteek voor elke muzikant. Deze keer is ze wel erg ver gegaan.

Ook David (Rojas – keyboards) is nog meer aanwezig. En toch is zijn keyboard nergens overdreven hoorbaar maar zorgt het voor een extra aanvulling. Is dat iets dat echt in de gaten gehouden wordt?
Jessica: dat is heel natuurlijk gegroeid. Ook David groeit met elk album en elk nummer. Het commentaar bij ‘Prey’ was dat er heel veel toeters en bellen aanwezig waren. Dat zoals samplers en ander bijgeluiden. Op dit album hebben we daar meer op het gelet. Wat mij betreft kan het niet genoeg zijn. Ik ben helemaal gek van bands zoals Dimmu Borgir of Cradle of Filth. Maar bij een volgend album kan het helemaal anders zijn en zal de rol van David dan ook anders zijn. Misschien hoor je hem nog meer, misschien ook minder. Wellicht zal dat meer op het gitaarwerk gefocust worden en zal het keyboard meer naar de achtergrond gaan. Dat ligt wat aan de blue prints van Ramon. Het is eigenlijk wel grappig want de ene vindt het keyboard te overweldigend en de ander wil ze nog harder. Dat is een beetje in hoever je er fan van bent.

Jullie verleggen ook wel eens de grenzen van Nederland of Europa. Op ‘Buried Truth’ zijn een aantal oosterse melodieën aanwezig. Wie van de band introduceerde dat geluid want verder op ‘Epitome of Perfection’ zijn er ook zo’n exotische inbreng te horen?
Jeroen: dat zal David zijn inbreng zijn. Orkestraal gooit hij er harmonische oosterse toonladders doorheen. De gitaren zijn vrij basis maar in de slaggitaar kan ik me niet betrappen op oosterse klanken. Dat is echt wel David zijn ding. Op ‘Prey’ hoorde je ook al die halve noten die net opvielen.

Jessica: Hij heeft heel dat nummer een aparte draai gegeven. Op ‘Epitome of Perfection’ heb je dat beginstuk dat niet oosters aandoet maar eerder wat voodoo-achtig. David experimenteert thuis heel veel waardoor alles zo goed klinkt.

Jeroen: Hij luistert veel naar filmmuziek. Vooral van die duistere zaken.

‘Double or Nothing’ klinkt nog sterker. Die koorzang en dan zo’n lekker vette thrash riff. Wie zorgde daarvoor?
Jeroen: Ik heb vrij weinig aan riffs geschreven, alle eer gaat dus naar Ramon toe. Die maakt zijn blue prints, speelt wat op zijn gitaar en zet er een elektronische drum onder.

Jessica: Soms stuurde hij een blue print en dan dacht ik dat het helemaal niets ging worden. Als het dan klaar is, had ik iets van: “amai, dat is echt wel vet goed.”

Jeroen: qua riffs heb ik niets aangeleverd. Fijn slijpen doen we achteraf wel. Ik doe er extra riedeltjes en gitaarsolo’s bij. Er is een duidelijk scheiding vak tussen wie wat doet. Het is echt wel goed afgelijnd. Ramon schrijft als een molen en wij krijgen die nummers in de schoot geworden. Er wordt nog wel wat bijgeschaafd maar tachtig procent is qua opbouw al klaar.

Hoe gaat dat live aan het werkt want er is ook een sopraan te horen?
Jeroen: Dat is Marloes. Alle zang is echt door haar gedaan. We hebben hier thuis de zang opgenomen en ze was wat aan het testen. Ik zat er niet bij maar ik hoorde dat wel. Op een gegeven moment had ze haar normaal en helder stemgeluid gebruikt maar dat wilde ze eigenlijk niet op het album horen. Ik vond dat zo goed en zei dat ze het opnieuw moest doen en moest opnemen. Het is dan ook maar op één nummer gebruikt en op dat gebied heeft ze zichzelf echt wel overtroffen. Ze doet ook die sopraanzang maar we willen eigenlijk dat er niet te veel heldere zang tussen zit. Dat mag geen gimmick worden hoewel ze het wel kan. Ze heeft trouwens ooit nog in een koor gezongen.

Het artwork is iets helemaal anders als je het vergelijkt met dat van ‘Prey’. Je ziet een figuur die je liever niet tegenkomt in een graanveld. Het deed me wat denken aan die Amerikaanse slasher horrorfilms.
Jeroen: Het is wel door dezelfde persoon gemaakt. Er zit een heel verhaal achter.

Jessica: Als je het ziet, past het perfect bij de albumtitel. Die duistere gestalte in een korenveld voelt dan misschien wel wat aan als een horrorfilm zoals ‘Children Of The Korn’. Maar je kan het ook zien als de duisternis die zich manifesteert in de vorm van één angst of alle angsten samen. Als je de cd of de plaat dan omdraait, ga je zien dat die gestalte een aantal vogels achter zich heeft. Is dat dan de vrijheid van de verslaving of heb je vrede met die verslaving? Het is heel breed te interpreteren.

Ik heb nog maar één video gezien en dat was voor ‘Silent Escape’, een soort duistere animatie video. Was het te moeilijk om de hele band samen te krijgen en zo’n video te maken?
Beide schieten in de lach.

Jeroen: We waren gewoon lui. Nee hoor. We hebben er best wel discussies over gehad, noem het maar goede praatsessies over wat de eerste clip zou moeten zijn. Het is best wel duister wat er gezongen wordt en ik ben niet het type van zo’n clip van een band in een loods. Dat heb ik al honderdduizend keer gezien. Of het moet echt wel goed zijn maar dan heb je een serieus kostenplaatje. Dus dachten we aan iets van animatie of animatie met livebeelden. We zochten diverse kanalen af naar mensen die zoiets kunnen want dat is best wel een zoektocht. Toen we iemand vonden, verliep het erg soepel. We leverden hem de teksten aan en hebben hem helemaal carte blanche gegeven. We kregen dan een storyboard van twee pagina’s en dat zag er direct super uit. Het was wel iets helemaal anders wat we voor ogen hadden. Bij een Nederlandse band heb ik dit nog niet vaak gezien. Je ziet de band niet maar het is boeien om het te bekijken. Je kan dat ook niet vertolken met echte personages. Iets beter dan dit hadden we niet kunnen maken.

Iets helemaal anders is de afsluiter ‘Anatomy Of Darkness’. Het is volledig instrumentaal en klink prachtig en erg filmisch. Een band die een instrumentaal nummer brengt dat toch spannend blijft, is in mijn ogen altijd een topband. Hoe kwam je daartoe?
Jeroen: Super, Ramon zal blij zijn want hij had die blue print geschreven omdat hij iets instrumentaal wilde. Het behelst zowat alle acht nummers die ervoor gebracht worden. Er is spanning ingebouwd in het gitaargebruik. We zijn helemaal losgegaan en het is zowat het favoriete nummer van zowel Ramon als mezelf.

Jarenlang hebben jullie (of toch een deel) Europa rondgereisd om er te spelen in heel kleine zaaltjes. Haliphron bestaat nog maar enkele jaren en nu stond je al op podia als Copenhell en Bloodstock. Hoe voelt het om na al die jaren eindelijk een teken van erkenning te krijgen in de metalscene?
Jessica: Wauw, dat vind ik een mooie vraag en het klopt helemaal. Niet dat het gevoel van erkenning er is want ik heb met andere bands al zoveel gespeeld en of je nu voor tien man op het podium staat of voor een volle weide zoals op Copenhell, het voelt altijd goed. Nu spelen we wel op een groter level en soms denk ik wel eens: “What The Fuck gebeurt er”. Met zowel Bleeding Gods, Dictated of Izegrim hebben we jarenlang gevochten. Nu hebben we zowat het gevoel van hoe komt het dat het nu lukt. We hebben daarvoor vroeger zo hard voor geknokt. Die vraag heeft me al lang beziggehouden. Toen we Haliphron oprichtten, hebben we veel met elkaar gepraat en we hebben echt wel grenzen opgezet. We hebben dat gepraat dan afgesloten met een leuke barbecue. We gaan niet meer vechten zoals we bij onze vorige bands gedaan hebben om in een café staan spelen voor vijftig euro. Daardoor hebben we iets losgelaten en dat is terug naar ons toegekomen. Het klinkt zweverig maar we gaan dingen doen die we tof vinden en als men dat niet meer tof vindt, dan stoppen we ermee.

Jeroen: We hebben heel duidelijk doelen gesteld. Binnen het jaar moesten we dat bereikt hebben. Dat ging van nummers klaar hebben tot een platenmaatschappij vinden. Er moest ook een stuk rust inzitten. Ik hoef niet meer een week ergens in Dresden of in Spanje in een kroeg te spelen. Het is supergaaf maar er zijn andere dingen te doen in een weekend die even leuk zijn. Dat brengt ons een stuk rust. Ook dat je nee kan zeggen tegen bepaalde aanvragen. Dat maakt ons als band exclusiever. Je ziet ons niet op elke hoek spelen. Andere bands spelen tot zes keer per jaar in Nederland en dan moet je daar de eerste jaren niet meer terugkomen.

Jessica: We zijn wel wat selectiever geworden. We paid our duties. Dat klinkt misschien arrogant maar dat is wel wat we willen. We zijn ook geen twintigers meer.

Jeroen: Die tijd is bij mij al tien of vijftien jaar geleden. Dan was je donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag ergens aan het spelen in Spanje om dan in één ruk terug huiswaarts te keren en maandag al op de werkvloer te staan. Daar moet ik nu niet meer aan denken. Dat lukt me gewoon niet meer. Bloodstock was dan wel de kers op de taart. Je staat daar gewoon en knijpt elkaar in de arm van hoe komen we hier. Het is de combinatie van de juiste plaats en de juiste mensen te kennen. Ik hoor wel eens dat we met onze vorige bands te veel aanmodderden. Met onze nieuwe band stonden we nu al op Bloodstock. Dat sneeuwballetje waar we met begonnen zijn, is nu al een flinke bal geworden.

Hoe verliep Bloodstock eigenlijk? Dat was hetzelfde weekend als Alcatraz metalfest en ik hoor toch dat artiesten in België echt verwend worden en dat helemaal anders is dan in Groot-Brittannië.
Jeroen: Het is een wereld van verschil.

Jessica: Bloodstock was heel goed geregeld, iedereen was er superlief en de productie was erg goed. Maar voor de kleinere bands die ’s middags speelden, was er maar weinig geregeld qua catering. Voor ons was het fantastisch. Alles wat op de rider stond, lag er backstage. Met een glimlach en goede communicatie kom je als band al ver.

Het is op touring gebied wat stil op jullie sociale media en website. Kan je zoal wat een tip van de sluier lossen wat we kunnen verwachten in 2025?
Jessica: Nee, ik weet dat ons tourmanagement Doom Star bezig is om van alles te regelen maar er is nog niets echt bevestigd. We willen ook de kersen op de taart doen dus we gaan enkel touren als het tof is en het aanbod goed is. Indien niet richten we ons gewoon op het festivalseizoen volgend jaar. Ik voel me zeker niet geboden om een maand met die of met die band te touren. Er zijn wel al wat namen bovengekomen maar daar kunnen we nog niets van zeggen.

Jeroen: Zelfs ik weet het niet eens (lacht).