H.E.A.T. – H.E.A.T. II
V2 Records
Release datum: 21 februari 2020
Tekst: Cor Schilstra – 09 februari 2020
“Zelf zeggen ze ook zwaar beïnvloed te zijn door de dinosauriërs uit de vorige eeuw en zich daar niet voor te schamen.”
Al ben ik ze vanaf hun derde plaat in 2012 compleet uit het oog verloren, de eerste platen van H.E.A.T. hebben toch een speciaal plekje bij me; als liefhebber van kwalitatieve melodieuze hardrock als Giant, Journey, Thunder en andere grootheden uit dit tijdperk, kwam het Zweedse H.E.A.T. in 2009 toch wel als een verrassing. Zelf zeggen ze ook zwaar beïnvloed te zijn door de dinosauriërs uit de vorige eeuw en zich daar niet voor te schamen.
Na een nieuwsgierig makend intro en een lekkere mid-tempo groove, klinkt het ‘Rock Your Body’ refrein toch een beetje kinderlijk of disco op een of andere manier, wat dan weer niet past bij de (te) virtuoze solo van de gitaar. Gelukkig is het navolgende ‘Dangerous Ground’ iets minder Europe en iets meer Vengeance, met meer bite, een mooi opgebouwde solo en iets minder high speed notenpoeperij. Na een beetje House Of Lords symfo invloeden in ‘Come Clean’, komen we bij een paar erg sterke nummers; ‘Victory’ waarbij een bijna Gothic wollig keyboard gevolgd wordt door een behoorlijk ruige gitaarsound die een heel pakkende drive neerzet en tijdens de solo een verbluffende combinatie maakt van oosterse keyboard geluiden “in gevecht” met furieuze gitaar. Dat andere hoogtepunt is het logge ‘We Are Gods’ met zwaar aangezette riff, waarbij de inkomende toetsen bijna verlichtend werken.
De zang van Erik Grönwall is misschien meer van het strakke broeken kaliber, maar de gevolgde zanglijnen zijn hier erg passend bijna in een Dio straatje terwijl de gitaar heerlijk smerig met Wah-wah en een scherp randje de zaak compleet maakt. De vrolijke oh-oh koortjes die hier op volgen in ‘Adrenaline’ zijn een beetje een anti-climax. De single ‘One By One’ is een lekker gedreven (standaard) rocker, die heel geschikt is voor autoritjes op de snelweg en de (bijna verplicht in dit genre) ballade ‘Nothing To Say’ is er eentje waarvan je niet kan zeggen dat het een slecht nummer is, al doet deze me ook niet veel. Hierna volgen nog twee op zich goede nummers, die naar mijn persoonlijke verwachting weer net onder nivo zijn (voor deze band) en dan komt de afsluitende klapper; ‘Rise’, dit is arrangementstechnisch een hoogstandje met hoe je door de gitaar in het couplet wordt voorbereid op het refrein, evenals de opbouw van de meesterlijke solo (die van mij wel wat langer had mogen duren). Al met al toch weer een behoorlijk geslaagd plaatje!
Check de onderstaande socials voor meer informatie over deze band.