Firn – Frostwärts
Einheit Produktionen / Schattenpfade
Release datum: 25 februari 2022
“In elk geval is dit een dikke aanrader in het pagan metal genre, met een heerlijk evenwicht tussen ruwheid en geraffineerde elegantie.”
Vera Matthijssens I 24 februari 2022
Met enige opwinding kondigen we een nieuw project aan van Horda Wolf. Deze man kennen we van Waldtraene en drie jaar was hij de bassist van Odroerir, maar in Firn doet hij alles zelf. Volgens de ware pagan spirit is dit debuutalbum ‘Frostwärts’ geïnspireerd door de Harz streek in Duitsland en er gaat dan ook veel authentieke, epische sfeer vanuit. Dit is pagan/folk metal met een flinke scheut ruwheid van black metal die niets te maken heeft met de commerciële, vrolijke afdeling van het pagan genre, maar met enige weemoed, diepgang en ernst creëert men een eerbetoon aan de natuur en diens heidense krachten. Wanneer we de machtige clip voor ‘Vater Berg’ bekijken, dan denken we meteen aan Menhir (andere Duitse pagan band) en natuurlijk ook aan Bathory.
Verdeeld over zeven lange songs van zo’n acht à negen minuten lengte is dit een uur pagan metal die erg beklijvend is. Dat komt door de sterke melodieën op gitaar en keyboards. Nemen we het titelnummer als uitgangspunt, dan krijgen we een welluidende blauwdruk van wat dit heerschap te bieden heeft. Ingetogen fluitspel (ook een wezenlijk onderdeel van Waldtraene) wordt aangezet met epische koorzang, toetsen en drums vervoegen dit pompeus werkje. Maar dan is er de verschroeiende zwartgeblakerde knekelzang van Horda. Vanwege een strijdlustig timbre is het pagan gevoel meteen present. Het gebruik der toetsen doet me ook wel aan Summoning denken. De cleane heidense zang klinkt kloek en gewichtig. Alles in de Duitse taal, dat spreekt voor zich.
Klassieke gitaar riffs heersen in de songs, de binding met traditionele metal is sterk, ook in het vlot galopperende ‘Urkraft’ dat veel koorzang bezigt en soms tokkelende introspectieve passages inlast, maar het zijn de fluisterende passages die hier een mystiek aureool omheen spinnen. Het gebruik van velerlei soorten stemmen is op een fantastische manier gedaan. Zo horen we meermaals een samengaan van zwartgeblakerde screams met pompeuze mannelijke operazang en vooral in het laatste nummer ‘Firn’ deed dit ons zelfs aan Empyrium denken. Het snelste nummer is ‘Wo Die Winde Thronen’. Nochtans vangt het aan met het geluid van de wind, maar vervolgens wordt het woest. Deze furie wordt daarna steeds getemperd door serene koren en/of kloeke cleane zang. Elke song heeft boeiende wendingen en verrassingen, zo klinkt ‘Menhir’ deels verkondigend en opruiend maar is er in gedachten altijd de louterende werking van de natuur. Luister maar eens naar ‘Vater Berg’ en je weet meteen of je mee wilt rijden op de rit over verse sneeuw op welbekende paden of dat je soelaas elders te vinden is. In elk geval is dit een dikke aanrader in het pagan metal genre, met een heerlijk evenwicht tussen ruwheid en geraffineerde elegantie.