Lords of Metal
Arrow Lords of Metal

Escape The Internet in TivoliVredenburg, Utrecht – 24 januari 2025

“Zo zie je maar, soms moet je je oordeel even uitstellen”
Dat op je zolderkamer jammen en shredden en funken en plukken een andere discipline is dan op een podium staan met je instrument, behoeft amper nader betoog. De spanning van alleen dat ene moment, versus een take desnoods 1.000 keer over doen, of in delen editen, is als een contrabas met een viool vergelijken. Ola Englund (The Haunted) heeft ruime ervaring met beiden, en Bernd Brodträger zouden de ingelezen Belphegorfans onder ons ook kunnen kennen, maar de laatste jaren is het vooral YouTube wat deze heren en de online basgrootheid Charles Berthoud hun voornaamste claim to fame is. Dat ze het live ook kunnen willen ze bewijzen door al hun internetfoefjes live op het toneel te brengen. En of ze daarmee slagen in hun missie, ontsnappen aan het internet, of eigenlijk het internet gewoon naar het podium meenemen, dat wilden , nee, moesten wij waarnemen. Dus dan stuur je één van de beste en meest allrounde gitaristen/bassisten uit je netwerk samen met een bijkans nog betere gitarist/bassist om verslag te doen. Chris doet namens beiden het woord.
9 januari 2025 I Tekst en fotografie: Chris  (gast) en Eelco (gast) – voorwoord Ramon van Hengel

Welkom in de nieuwe realiteit, waar je (bas)gitaarhelden van het Internet op het podium staan. Een interessante avond in Tivoli Vredenburg, in de Pandora zaal, helemaal bovenin het pand. Op het programma staan drie bekende YouTubers, verdeeld over twee acts. We beginnen met Ola Englund (gitaar, 890k subscribers), en later zullen Bernth (Bern Brodträger, gitaar, 1.34M subscribers) en Charles Berthoud (basgitaar, 1.98M subscribers) volgen.

Wat direct opvalt als we de zaal betreden, is dat het nog behoorlijk leeg is. Niet alleen de zaal zelf – want de avond is wel uitverkocht, dus het zal straks wel vollopen – maar vooral hoe leeg het podium is. Een drumstel, een paar mic stands, een paar snaarinstrumenten in hun standaard, en een lighting desk. Waar zijn de versterkers, waar zijn de speaker cabs? Een blik naar de pedaalbordjes leert ons dat iedereen vanavond speelt via de Quad Cortex (QC) direct over de PA. Voor de niet-gitaristen onder ons, de QC is een klein doosje, een computer. Gitaarsignaal gaat erin, en gitaargeluid komt eruit. Alles gebeurt digitaal. Het doosje kan tientallen, zelfs honderden effecten, versterkers enzovoorts bevatten, die je op alle mogelijke en onmogelijke manieren aan mekaar kunt knopen om zo je geluid te maken. Natuurlijk kun je ook precies jouw geluidje “exporteren” en beschikbaar maken voor anderen en het zou mij niet verbazen als je bij de merch de exacte configuraties van de heren kunt kopen…

Niet langer sleuren met versterkers, de gitarist heeft weinig meer nodig. … maar het oogt wel erg kaal op het podium. Doe hier nog wireless technologie bij, en je gitaarheld staat op podium met een draadloze gitaar in het luchtledige te spelen. Het geeft een zekere vrijheid. Zoals ik al zei, welkom in de nieuwe realiteit.

Ola is een leeftijdsgenoot van mij, opgegroeid met onder andere Pantera (Dimebag), Dream Theater en Children of Bodom. Deze invloeden zijn goed te horen in alles wat door hem wordt gespeeld, hoewel ik bij sommige nummers toch even wat bedenkelijk mijn metgezel kijk. De nootkeuzes in solo’s zijn af en toe dusdanig dat we beiden het idee hebben dat Ola er een half of heel toontje naast zit. Vooral bij het nummer ‘Stars & Ponies’ schuurde het een beetje voor mijn op klassieke metal getrainde oor. Om Ola niet gelijk met de grond gelijk te maken heb ik het nummer thuis nog eens aandachtig beluisterd en zowaar, die noten zijn bewust. Na wat vaker luisteren van het nummer is het zelfs verrassend en verfrissend. Zo zie je maar, soms moet je je oordeel even uitstellen.

Wat interactie met het publiek is er ook, waarbij Ola aangeeft dat dit het deel van de show is waar ze zullen spelen waar het publiek om vraagt. Naast de welhaast verplichte schreeuw om Slayer – die beantwoordt wordt met een heel kort stukje Raining blood in jazzy stijl, waarvoor hulde – komt het verzoek om ‘The Dance Of Eternity’. “Ah, the most difficult Dream Theater song.” Er wordt nog wat meer geroepen, maar uiteindelijk komt er dan toch een stukje Pantera. “We were always going to play Panthera, no matter what you said.” Dus.

Een kritische noot is er echter wel voor het geluid. De drummer is dermate fanatiek dat hij akoestisch tot achterin de zaal goed te horen is, en de mix klinkt wat modderig. Veel wat ik wil noemen staande golven van de lage tonen, waar mid en hoog maar met moeite doorheen prikken. Ondanks deze wat tegenvallende mix, wordt een gedegen act neergezet.

Op naar de hoofdact, Bernth en Charles Berthoud. Ze hebben elkaar ooit leren kennen via YouTube doordat Bernth een uitdaging neerlegde bij Charles. Wat volgde was een serie YouTube posts waarin de heren tegen elkaar gingen battlen over de superioriteit van hun instrument. Deze battle werd vanavond on stage voortgezet in een wat gimmicky show. De score werd bijgehouden en het laat zich raden dat we op een gelijkspel eindigden. De (bas)gitaar is niet beter dan de (bas)gitaar. Het zijn andere instrumenten, die zich tot op zekere hoogte in mekaars vaarwater kunnen begeven.

Een online post (22 januari) van Charles tijdens de tour geeft precies aan wat ik van de show vind: “To share our passion for bass and music with too many notes in it.” Als (bas)gitarist kan ik wat guitar wankery wel waarderen op zijn tijd en deze show staat er stijf van. Het aantal nootjes per minuut ligt heel erg hoog. Helaas lijkt de muzikaliteit regelmatig van ondergeschikt belang hierin. Ja, beide heren zijn technisch heel erg bekwaam, en kunnen heel snel spelen. Maar is het dan ook nodig om dit bijna continu te doen? Hoe dan ook, het publiek smult ervan.

Alle muzikanten (en zelfs de lichttechnicus) krijgen nog even een solo-momentje, waarbij vooral de drumsolo indrukwekkend genoemd mag worden. Een heel stuk gespeeld in 4/4 kwintolen. Om de complexiteit hiervan uit te leggen vragen de heren vooraf aan de ene helft van het publiek om in 4/4 te klappen, en aan de andere helft om in elke tel vijf keer te klappen, wat je dus 20 klappen per maat op levert. Dat je hiermee een erg complexe en leuke drumsolo in mekaar kunt zetten moge duidelijk zijn.

Als intermezzo wordt een derde mic stand op het podium gezet en een zangeres verschijnt ten tonele. Wie ze is weet ik niet, en het nummer dat ze zingt komt mij ook niet bekend voor. Wel heb ik direct flashbacks naar zo’n twintig jaar geleden toen de female fronted metal in zwang was in Nederland, waarbij allerlei beginnende bandjes de successen van After Forever, Within Tempation, Autumn, Orphanage en dergelijke. probeerden na te doen. In tegenstelling tot die beginnende bandjes, zijn de instrumentalisten hier wel steengoed. De zang echter, komt niet uit de verf. Er zit geen power achter en ze heeft toch een wat beperkt vocaal bereik. Wat zoekwerk op Het Internet leert mij dat dit zeer waarschijnlijk de partner van Bernth is. Dat zou ook de “I really like her” commentaren van Bernth verklaren, die anders wat vreemd zouden zijn. Dit gezegd hebbende, het getuigt wel van de nodige lef om versterkt te zingen voor een grote groep mensen. Klagen vanuit het publiek is makkelijk, maar ga er maar eens staan en doe het zelf beter… Het blijft bij één nummer en we gaan weer verder met instrumentaal werk. Na ‘Waterworks’, wat eigenlijk een akoestisch nummer is van Bernth, wat evengoed overtuigend wordt neergezet op elektrische gitaar, komen we uiteindelijk bij het laatste nummer aan van de avond. ‘Farewell’. Ook dit is eigenlijk een akoestisch nummer, waar een smaakvolle baslijn onder wordt gezet. Al met al een prettig nummer om mee af te sluiten. De enige domper hierbij is een wat wereldvreemde fan op de voorste rij die het hele nummer lang, grotendeels in z’n eentje, meeklapt bij wat eigenlijk een heel stil nummer is.

Mocht u, beste lezer, nog meer willen zien of horen van deze show, dan zullen er online meer dan genoeg filmpjes verschijnen van aanwezigen die het belangrijker vonden om de show op hun telefoon te filmen en via het schermpje de show te bewonderen. Uiteraard met slecht camerawerk en twijfelachtige audio, maar fungerend als bewijs dat ze erbij waren! De show heet dan wel “escape the Internet”, maar helaas ontkomen we ook hier niet meer aan de alom aanwezige telefoontjes. Maar dat was natuurlijk wel te verwachten, het is immers precies de doelgroep van deze (bas)gitaristen.