Nouri Yetgin (gitaar): “Op het einde van de dag telt dat we spelen wat we willen spelen”
Distant is een jonge en gretige band die erin geslaagd is om Nederland op de deathcore kaart te zetten. En ook wel Slovakije want de helft van de band woont daar. Het talent van dit vijftal werd nog opgemerkt en hun derde album ‘Heritage’ verschijnt nu via het grote label Century Media.
Op het album laten ze een unieke sound horen waardoor ze gerust kunnen doorgroeien tot een van de grotere deathcore bands in Europa. Een interview kon niet uitblijven en zo schoven we aan de (virtuele) tafel met gitarist Nouri Yetgin en bassist Elmer Maurits voor een fijn gesprek over de band, het nieuwe album, problemen met visums en de opkomst van deathcore.
Koen de Waele Ι 25 januari 2022
Door omstandigheden was Elmer een paar minuutjes later online en begonnen we het gesprek met Nouri. Lukt dat een beetje die combinatie Nederland – Slovakije?
Ja hoor. Ik woon in Nederland. Onze bassist Elmer en medegitarist Vladimir Golic wonen hier ook. Zanger Alan Grnja en drummer Jan Mato wonen in Slovakije. Het is een aparte combinatie maar het werkt. Tegenwoordig maakt het internet dat allemaal mogelijk. Live hebben we nog een backing track en speel je met een clicktrack. Als je dan thuis schrijft en je oefent die nummers in met een click is het hetzelfde alsof het live is. Als we dan op tour gaan spreken we twee dagen ervoor af en oefenen we samen in dezelfde ruimte. Je gaat mee met de clicktrack en je blijft op tempo spelen. Zo gaat het direct goed. Dat is allemaal het voordeel van het digitale tijdperk.
Ondertussen is Elmer er ook bijgekomen.
Wereldwijd heerst er een energiecrisis en op 1500 kilometer van ons woedt een hevige oorlog. ‘Heritage’ maakt er de wereld niet echt vrolijker op. Is dat iets waar jullie naar zoeken?
Elmer: Zeker niet. We zijn niet super politiek ermee bezig. Maar qua muziekstijl moet er wel pit in zitten.
Muziek is vaak het verlengde van de ingesteldheid van de artiest. Hoe gaat het met jullie?
Elmer: Zo deprimerend zijn we niet hoor. Energiek maar niet deprimerend.
Ondanks de stevige muziek en donkere teksten, noemen jullie jezelf nerds en dat vooral in jullie keuze voor films en series. Hoe hard beïnvloedt dat het schrijven van de teksten?
Nouri: Het bepaalt de atmosfeer. We zijn grote fans van Lord Of The Rings want die is ontzettend goed. Daarnaast kijken zanger Alan en ikzelf veel anime. Daar halen we de nodige inspiratie uit om te schrijven. Over het hele concept hebben Alan en Elmer al een boek geschreven: ‘The lore’. Alle muziek en teksten zijn daarop gebaseerd. Ik schrijf dan meestal de nummers en die worden dan aangevuld.
Jullie teksten zijn echt wel pareltjes te noemen.
Nouri: Dat klopt.
Elmer: Het is mooi te horen dat je dat erin terugziet.
De teksten hebben terug als protagonist ‘Tyrannt’ waar jullie met begonnen op ‘Tyrannotophia’ (2019) en ‘Aeons Of Oblivion’ (2021). Hoe ver kan je dat personage nog uitdiepen?
Elmer: Het kan nog een eindje doorgaan. Dat gedeelte van ‘The Loor’ speelt af in de toekomst. Tyrannt is verdergegaan en dat vind je terug in de teksten. Voorlopig zijn we nog niet klaar met dit verhaal.
Op ‘Argent Justice’ horen we maar liefst 15 verschillende zangers een stukje meedoen. Was het moeilijk om dat allemaal geregeld te krijgen of goed te doen klinken?
Elmer: We zijn er ruime tijd met bezig geweest. Het was vooral plannen wie we überhaupt op het nummer wilden en wie erbij paste. Het nummer zelf is een vervolg op ‘Argent Debt’. Dat kwam er tijdens de coronacrisis met vijf gastzangers. We misten het om live te spelen en wilden iets doen met andere vocalisten dus bedachten we om het nog groter aan te pakken, welke bands vinden we fijn en waar spelen we veel tours met samen. Zo hebben we de gastlijst voor elkaar gekregen.
Nouri: Het bijzondere is dat we het als een nummer beluisterd hebben en niet als een zanger. Het is niet zo dat we het willekeurig geschreven hebben. We hadden een selectie van met wie we willen samenwerken en wie willen we erop. Die hebben we dan een berichtje gestuurd met de vraag of ze zin hadden. Het nummer werd zodanig geschreven zodat elke vocalist tot zijn recht kwam. Dat hoor je erin terug.
Kenden jullie elkaar allemaal?
Nouri: Elke zanger die erop staat, staan we mee in contact of hebben we nog samen met getourd.
Het begon allemaal voor jullie in 2017 met de EP ‘Tsukuyomi’. Ondertussen worden jullie Europa’s beste deathcore band genoemd en speelden jullie samen met bands als Lorna Shore en Suicide Silence tot zelfs in Noord-Amerika. Dat is toch een compliment waard.
Elmer: Leuk om dat te horen.
Het was juist dikke pech voor Nouri die zijn visum niet in orde kreeg.
Elmer: Klopt en we zijn nu terug met het visumproces bezig. Het lijkt alsof het iets vlotter verloopt maar we zijn beter voorbereid. Toch zijn we er al met bezig sinds eind juni 2022 en nog steeds hebben we de visums nog niet in ons paspoort staan.
Er is zo een Belgische band (Evil Invaders – KDW) die het geprobeerd heeft zonder werkvisums en die hebben er enkele dagen in detentie gezeten vooraleer teruggestuurd te worden.
Elmer: En als je dat tegenkomt, riskeer je nooit meer een tour te mogen spelen in de V.S. Je kan er heen gaan met een toeristenvisum maar ze kunnen al die datums nagaan en zelfs je Facebookpagina controleren.
Nouri: Als je er toekomt met een toeristenvisum en je hebt een gitaarkoffer of delen van een drumstel bij, ga je snel tegen de lamp lopen. Dan kan je voor jaren de toegang ontzegd worden.
Ondertussen schreef je wel de instrumentale basis voor dit album toen je moest thuisblijven.
Nouri: Ik ben het gewoon en ik had nog contacten met de rest van de band zodat ik mijn ideeën kon delen. Zo verliep de samenwerking ontzettend goed. Het komt er bij mij gewoon uit. Als je het vaak genoeg doet kom je op een punt en dan gaat het bijna automatisch. Het is ook wel een kunst als je wil schrijven, maar over het algemeen hebben we nooit problemen gehad om muziek te schrijven. Er zit geen limitatie in. Bij dit album hebben we gekozen om er meer structuur en herhaling in te steken. Liefst zo zwaar mogelijk maar toch toegankelijk genoeg om het te kunnen beluisteren. Deze keer was structuur belangrijk. Voor hetzelfde geld benaderen we een volgend album anders. Het is een beetje aanvoelen en schrijven wat gestreamd wil worden en waar mensen naar willen luisteren. Je wil gewoon schrijven maar aan de andere kant moet je er ook je brood met verdienen. Dan ga je denken hoe je het kan perfectioneren zodat het beter verkocht kan worden.
Op ‘Heritage’ laten jullie een toch wel unieke sound horen. Het tempo klinkt soms uiterst traag en gaat dan terug snel omhoog; maar het laat de luisteraar nogal murw achter. Is dat de basis voor deathcore?
Nouri: Dat klopt volledig. Als je het vergelijkt met het vorige album lag de focus meer op het schrijven zelf en er is beter nagedacht over de plaatsing en de herhaling. Maar over het algemeen klinkt het nog steeds als herrie (lacht).
Had je al een eindgeluid in je hoofd voorzien?
Nouri: Meestal ga je eerst een skelet maken en vervolgens spreken we met elkaar af wat er nog op moet of breng je ideeën aan. Wat past erbij als de rest feedback geeft? Dan probeer ik dat te regelen of doe het uit mezelf. Ideeën van anderen leveren veel op. Als je het op je eentje doet is de focus er wel maar luister je er alleen naar. Zo kwam Alan op het idee om ergens een operazanger aan toe te voegen. Hij heeft die dan gecontacteerd en die is beginnen zingen met de nodige effecten erop. Dat geeft een heel ander contact.
Deathcore is trouwens een genre dat de laatste jaren serieus in opmars is. Trekken jullie terug veel jongeren aan?
Nouri: Ik denk dat het voornamelijk mensen zijn tussen de 20 en 30 jaar. Zijn dat jongeren of jongvolwassenen?
Elmer: Als we nu een show spelen, komt er veel jong publiek op af. Dat had je niet met die eerste generatie deathcore bands.
Je kan moeilijk nog spreken over metal want dat omvat zoveel verschillende genres onder zich. Gaat de toekomst meer naar extreme muziek zoals jullie en geraakt de klassieke heavy metal wat in de vergetelheid? Het is opvallend dat HM-bands al wat ouder zijn en de jeugd extremer gaat.
Nouri: Ja, weet je wat het ook is waarom deathcore zo goed loopt? De overlapping wordt steeds kleiner. Je hebt heavy metal, death metal, deathcore. Alleen zijn er tegenwoordig zo veel verschillende elementen. Wij doen wat we willen en elk nummer is anders. Heel wat andere bands doen er meer death metal bij of zelfs orkestratiegeluiden bij. De overlapping van die genres wordt kleiner en er wordt meer samengevoegd. Daarom wordt het ook populairder. Lorna Shore heeft de scene doen heropleven. Het verschil wordt kleiner en het wordt meer genormaliseerd. Een paar maanden geleden waren we op tour met Decapitated. Heel want van hun fans kwamen tot bij ons in de merchandise stand en kochten onze spullen. Ze vonden het supervet om een jonge band te horen die heel vernieuwend over kwam en heel wat elementen uit andere genres gebruikte. Dat konden ze waarderen.
Welke albums beschouwen jullie een beetje als de blauwdruk?
Nouri: Suicide Silence
Elmer: ‘The Cleansing’ van Suicide Silence is het deathcore album bij uitstek. Er zijn er nog veel meer uit dat tijdperk zoals de band No Job For A Cowboy maar ‘The Cleansing’ kan je nog steeds beluisteren en dat past perfect onder alles.
Ondanks schitterend gitaarwerk en knallende drums, vallen vooral de prestaties van zanger Alan Grnja op. Will Ramos van Lorna Shore heeft ooit een experiment gedaan door een microcamera in zijn keel te laten zakken tijdens zijn zangpartijen om zijn stembanden in beeld te krijgen. Moet je een soort afwijking hebben om zo een vocale prestaties te leveren?
Elmer: Het is gewoon ons Oostblokpareltje (lacht).
Will is trouwens te horen op het titelnummer ‘Heritage’. Kan je van hem nog iets leren?
Nouri: Ik zou niet zo zeggen dat je niets van anderen kan leren maar het verschil tussen Alan en anderen is dat Alan klinkt zoals zichzelf. Nu heb je heel wat anderen die steeds dezelfde technieken gebruiken en al die tunnel throats klinken juist hetzelfde. Oorspronkelijk komt dat van Dickie Allen (zanger Infant Annihilator – KDW) die het op de kaart heeft gezet. Zelf werd Dickie dan terug geïnspireerd door een andere zanger. Maar wat je hoort in deathcore komt voornamelijk van hem vandaan. Anderen proberen het en het klinkt supergoed maar daardoor is het overroepen. Alan blijft trouw aan zichzelf en blijft zichzelf heruitvinden. Hij klinkt op elke plaat anders maar is nog steeds zichzelf. Ik weet niet of Alan nog iets kan leren. Hij kan zich nog verder ontwikkelen maar zit al zover. Alan is Alan en het is niet als je een bepaalde techniek hoort dat het die of die zanger kan zijn. °
Wat denken jullie dan zelf van jullie groeimarge?
Elmer: Ik zit hetzelfde als Alan te denken. Je wil geen technieken van anderen leren maar voor mij is het vooral de energie die er moet zijn. Als je zo een zanger live ziet, wil je zelf ook verbeteren en die energie over brengen aan anderen.
Nouri: Zelf vind ik het leuk om nieuwe dingen bij te leren, bijvoorbeeld bij de gitaarsolo’s. Dus heb ik nog enkele lessen genomen om die nog beter onder de knie te krijgen. Als ik tijd heb, zou ik me nog verder willen ontwikkelen maar ik heb zeker niet de doelstelling om de beste gitarist te worden. Er zijn al zoveel gitaristen. Ook voor de anderen denk ik dat op het einde van de dag telt dat we spelen wat we willen spelen. Dat vinden we leuk en zolang dat kan is het prima. Maak je nog wat progressie mee, dan is dat leuk meegenomen. Maar het is zeker niet dat we ons daarop willen focussen.
Voor dit album tekenden jullie trouwens bij Century Media, onderdeel van de Sony Music Group. Voel je dat verschil met zo een groot label als je terugkijkt naar jullie vorige label Unique Leader Sounds?
Elmer: Bij Unique Leader zaten we goed op onze plaats maar we worden groter en steken enorm veel tijd en energie in deze band. Met Century Media hebben we een paar keer gepraat en we kwamen erop dat we met hun ook een goede band zouden kunnen opbouwen. Het is ook een groter label en daarom zijn we veranderd. Na een half jaar merk je dat alles beter draait. Alles is nu nog meer gestructureerd.
De promotie en interviewtijd is volop bezig. Wat staat er voor de rest van 2023 op het programma?
Nouri: Hopelijk zoveel mogelijk touren maar dat hangt af van de visums. Er moeten nog datums verschijnen en dat gaat voor ons de tour van het jaar zijn maar daar mag ik nog niets over zeggen. Het album verschijnt op 10 februari 2023 maar er ligt ondertussen al genoeg materiaal dat we in 2024-2025 en 2026 er nog tegenaan kunnen gaan. We willen zoveel mogelijk tours doen dus alle tijd dat we nu nog hebben, gebruiken we om zoveel mogelijk uit te werken. Niet schrijven om te moeten schrijven maar er gewoon voor gaan.
Elmer: De planning staat helemaal vol.
Jullie spreken vooral over visums. Zijn de V.S. dan echt zo belangrijk?
Nouri: Ja en neen. In december 2023 hebben we een tour gepland die nog groter gaat worden dan Amerika. Als alles goed verloopt, gaan we dit jaar twee keer naar Amerika. Ik weet volgende week pas of ik ga kunnen of niet. Ik heb een afspraak voor een interview en dan moet ik naar de ambassade in Slovakije. Het probleem is dat als je dat visum aanvraagt, je kan kiezen in welk land dat gebeurt. De Amerikaanse ambassade in Nederland zit echter al de komende 250 werkdagen volgeboekt. De vorige keer was het ook zo dat ik moest langskomen voor een interview en dat was net voor onze Amerikaanse tour begon. Bijgevolg kon ik er niet bij zijn. De eerste beschikbare datum was al te laat. Om dat te voorkomen, ga ik dat gesprek in Slovakije doen waar de wachttijd minder lang is. Die dingen blijven echter lastig. Ik heb geen idee hoe zo een interview werkt.
Elmer: Het is al sinds juni 2022 dat we ermee bezig zijn. Omdat het hier vol zit voor de komende 250 dagen, moeten we wel naar het buitenland om dat visumblaadje in het paspoort te krijgen. Maar eens die erin zit, telt hij voor drie jaar dus kunnen we er wel wat spelen.
Als ik zie hoeveel posters van optredens en backstagepasjes jullie aan de muur hangen hebben, hebben jullie al veel gezien en gedaan.
Elmer: We zijn echt dankbaar voor wat we bereikt en gedaan hebben. Daar kijken we graag naar terug.