Dauþuz – Uranium
Amor Fati Productions
Release datum: 30 april 2024
“Dauþuz heeft hiermee de kritische massa (sorry, ik kon het niet laten) bereikt om definitief te ontsnappen uit de duistere black metal underground, een stralende toekomst tegemoet.”
Jan-Simon Hoogschagen I 1 mei 2024
Dauþuz is een Duits duo dat dusdanig underground is dat ik nog niet eerder van ze had gehoord. Wie al wel bekend is met deze black metal band weet dat dit een woordgrap was, de eerste van velen. Dauþuz maakt namelijk black metal, dat is op zich niet zo origineel, maar zanger Syderyth (G.) en multi-instrumentalist (gitaar, bas, drums) Aragonyth S. – ijzercarbonaat en calciumcarbonaat, je moet er maar opkomen – kiezen ervoor om als alomvattend thema de mijnbouw te kiezen. Dat lijkt behoorlijk gestoord, maar als je er even over nadenkt is de heroïek en vooral de tragiek van de mijnwerkers benoemt in de donkere, bedompte en galmende gangen diep onder de grond het ultieme black metal onderwerp. Op het vorige album ‘Vom schwarzen Schmied’ pakten de heren de steenkoolwinning bij de horens. Hoe zwart wil je het hebben? (badaboem – woordgrap nummer 2).
Niet vies van gepaste maatschappijkritiek en gewapend met gedegen historische kennis gaat album vijf over een controversieel onderwerp in de recente (oost-)Duitse geschiedenis: de uraniumwinning in het Saksische Ertsgebergte. De Sovjet Unie was er na de Tweede Wereldoorlog als de kippen bij om een groot hek om het gebied te zetten en het verboden gebied te maken. Het is niet overdreven om te stellen dat zonder de grote hoeveelheden uranium die daar in het geheim boven de grond werden gehaald, de wereld er anders uit had gezien. Zonder de Oost-Duitse uraniummijnen geen Russische atoombommen, kort door de bocht gezegd. In ieder geval, het album ‘Uranium’ is dus een conceptalbum over de winning van dit ultieme “heavy metal” (ok, ik stop nu).
‘Uranium’ begint heel toepasselijk met een heftig tikkende geigerteller om vervolgens los te barsten met tamelijk traditionele epische black metal. Een muur van tremologitaar vormt de basis van ‘Pechblende (Gedeih und Verderben)’ waarover Syderyth zijn teksten afwisselend krijst, grunt en (je verzint het niet) galmt als een operazanger. Daarmee is meteen het unieke van Dauþuz genoemd: de zang. Er zijn niet veel zangers die zoveel variatie in hun stem kunnen leggen als deze Syderyth en met name de licht over de toppe operatrillers zijn tamelijk uniek. Alsof dat nog niet genoeg is zijn er soms hele koren te horen. Collega Aragonyth is in zijn eentje verantwoordelijk voor zo’n beetje alle instrumenten, zijn al die op elkaar gestapelde zanglijnen dan allemaal uit de strot van Syderyth afkomstig? ‘Pechblende’ (dat is uraniumerts) is een lang nummer dat van snel en fel subtiel overvloeit naar gedragen epische pagan black metal. In het ook al behoorlijk lange ‘Radonquell 1666’ voegt Dauþuz hier nog een toefje Russisch klinkende folklore aan toe, in een nummer dat het lijden van de mijnwerkers die bij het winnen van dat uraniumerts voor de Russen werden blootgesteld aan radongas en daardoor aan longkanker overleden.
Het is duidelijk waar de sympathie van de heren van Dauþuz ligt, bij de dwangarbeiders die het uranium naar boven moesten brengen, om boven de grond voor vernietiging te zorgen: van levens, van een complete regio. Dat leidt tot een bijna punkachtige woede die gecombineerd wordt met een mengsel van door Bathory geïnspireerde pagan metal en die typische Duitse black metal: fel, koud en een tikje melancholiek. Dauþuz brengt dit alles samen op wat zonder twijfel hun beste album tot nu toe is, die tamelijk bizarre uitstapjes richting opera doen daar niets aan af. Sterker nog, die opeenstapeling van gezwollen koortjes die niets anders doen dan meerstemmig “ooh ooh ooh ooh” en “aah aah aah aah” zingen, voegt net dat beetje extra toe aan de toch al bovengemiddeld sterke gitaarpartijen.
Het mag duidelijk zijn, ‘Uranium’ is een zeer energiek album geworden, dat bovendien ook nog eens uitermate leerzaam is, mocht je geïnteresseerd zijn in onderbelichte geschiedenissen zoals die hier met gepaste Duitse Gründlichkeit wordt opgediend. Dauþuz heeft hiermee de kritische massa (sorry, ik kon het niet laten) bereikt om definitief te ontsnappen uit de duistere black metal underground, een stralende toekomst tegemoet. Het zou niet meer dan terecht zijn met een album als dit.