Charlotte Wessels Interview
Charlotte Wessels: “Dit keer wilde ik meer samenhang tussen de nummers en met die insteek ben ik gaan schrijven voor ‘The Obsession”
Nadat ze haar vorige band Delain in 2021 verliet, richtte zangeres Charlotte Wessels zich op het uitbrengen van haar eigen liedjes via haar Patreon-kanaal. Elke maand schreef ze een nieuw nummer en die werden in de loop ter tijd samengevoegd tot de twee ‘Tales From Six Feet Under (Vol. I en II)’ platen. Die eerste solo-albums werden, wellicht totaal onverwacht, erg goed ontvangen en dus ging Charlotte aanvankelijk op dezelfde voet verder voor haar derde plaat ‘The Obsession’. Echter, daar ze nu samenwerkte met een complete band, bestaande uit haar ex-Delain partners Timo Somers (gitaar), Otto Schimmelpenninck van der Oye (bas) en Joey Marin de Boer (drums), aangevuld met keyboardspeelster Sophia Vernikov, is daar een totaal ander geluid en resultaat uitgekomen. Over het hoe en waarom hiervan spreekt Arrows Lords Of Metal met de sympathieke en goedgeluimde zangeres, die uitgebreid de tijd neemt om een en ander toe te lichten.
Sjak Roks Ι 10 oktober 2024
Je was een tijdje geleden samen met Amalie Bruun (Myrkur) te bewonderen tijdens de “Symphonic Synergy”-shows van Epica. Hoe was het om twee keer voor een volle AFAS op te treden?
Ik had nog wel wat last van de naweeën van een griepje en zeker de donderdag heb ik zo ongeveer de gehele dag nog met een mondkapje op gelopen. Verder heb ik me de gehele dag opgesloten in de toerbus, om te voorkomen dat ik andere artiesten aan zou steken. Gelukkig is het liedje ‘Sirens – Of Blood And Water’ vrij laag en ik zat zeker niet op de top van mijn kunnen, maar al met al ging het eigenlijk best prima. En het was natuurlijk te gek om onderdeel uit te maken van de “Symphonic Synergy”-show en voor een bomvolle AFAS te zingen. Het was echt fenomenaal!
De laatste keer dat we elkaar gesproken hebben was naar aanleiding van de tweede ‘Tales From Six Feet Under’ solo-plaat. Hoe belangrijk zijn die twee albums voor je geweest?
Die zijn echt wel belangrijk voor me geweest, want ik denk niet dat ik ‘The Obsession’ had kunnen maken als ik niet het werk had gedaan voor die beide Six Feet Under platen. Sinds 2020 plaats ik elke maand een volledige track op mijn Patreon-account en daar heb ik enorm veel van geleerd, ook qua productie. Beide Six Feet Under albums zijn compleet andere platen, maar ze zijn wel erg belangrijk geweest binnen het totale proces.
De basis voor ‘The Obsession’ was wederom de nummers die je voor je Patreon-volgelingen hebt geschreven, maar dit keer zijn de arrangementen van die nummers dusdanig aangepast, dat ze tot een totaal ander resultaat hebben geleid.
Hoewel een groot gedeelte van het proces eigenlijk gelijksoortig was, heb ik het wel vanaf het begin anders aangepakt. Bij de tweede Tales-plaat had ik al de gedachte om iets gerichter te werk te gaan dan op die compilatiealbums. In die periode schreef ik nummers die niet in relatie stonden tot elkaar, maar die dan wel bij elkaar op de plaat zijn gezet. Dit keer wilde ik meer samenhang tussen de nummers en met die insteek ben ik gaan schrijven voor ‘The Obsession’. De eerste versie van de nummers werden nog wel gewoon in mijn kelder opgenomen en op Patreon gezet, maar ik was al wel met een heel ander idee aan het schrijven. Ik wist als dat ik dit nieuwe album op wilde gaan nemen met een band, dus dan ga je ook andere keuze maken qua arrangementen en het soort liedjes dat je gaat maken. Verder wilde ik ook in staat zijn om de nummers weer live te gaan spelen, want de optredens naar aanleiden van de tweede Tales plaat bevielen me heel goed. Toen ik alle nummers compleet had, ben ik er ook met de band naar gaan kijken en heb ik hen om feedback gevraagd. Daarna zijn we ook gaan her-arrangeren en daarvoor heb ik heel nauw samengewerkt met Timo Somers.
Was het oorspronkelijk de bedoeling om in deze (heavier) richting te evolueren of is dit spontaan ontstaan tijdens het samenwerkingsproces met de band?
Ik heb wel gezegd dat als ik gerichter ga schrijven voor een plaat, dat het songmateriaal meer samenhang moet vertonen en dat ik dan duidelijkere kaders moet gaan creëren. Toen ik ging kijken welke nummers ik het vetst vond, kwam ik toch wel uit bij de wat heavier nummers. Daar voelde ik me dan toch het beste bij, ook met het idee dat we dit met een band zouden gaan doen. Toen de band er dan ook daadwerkelijk mee aan de slag ging, maakte dit de nummers automatisch ook wat heavier.
Die begeleidingsband bestaat trouwens uit drie ex-Delain leden en Sophia, waarmee je ook al geruime tijd samenwerkt. Wordt het geen tijd om het solo-juk van je af te gooien en verder te gaan als echte band?
Ik heb hier zeker aan gedacht en we hebben er ook wel gesprekken over gehad. De liedjes zijn natuurlijk allemaal ontstaan uit mijn traditionele Patreon-aanpak en daarom vond ik het logisch om deze plaat nog steeds onder mijn eigen naam te doen. Tegelijkertijd vind ik wel dat de band zeker zijn stempel op het album heeft gedrukt en daarom heb ik ‘The Obsession’ ook een beetje als albumtitel gekozen omdat het ook wel lekker bekt als bandnaam, Charlotte Wessels And The Obsession.
‘The Obsession’ klinkt veel meer als één geheel, daar de variatie nu meer binnen de songs plaatsvind. Is dat een bewuste keuze geweest?
Ik hou van nummers met veel contrasten, niet alleen tussen de nummers onderling maar ook binnen de songs zelf. Natuurlijk is er bewust naar toegewerkt om deze plaat weer samenhang te laten vertonen dan de voorgaande twee, al is het materiaal nog steeds wel behoorlijk divers. Een deel van die samenhang zit hem voor mij ook in de instrumentatie en de productie. Die contrasten in de nummers zelf passen gewoon bij mij en eigenlijk is dat mijn natuurlijke manier van liedjes schrijven.
Ook tekstueel is er de nodige diepgang te bespeuren en ben je bepaald niet bang om over lastige onderwerpen zoals angst, obsessieve gedachten of escapisme te schrijven. Wil je hiermee een bepaalde boodschap naar je luisteraars overbrengen?
Ik heb het idee dat ik in eerste instantie de teksten vanuit een hele zelfzuchtige motivatie schrijf. Als ik ergens mee zit of een obsessieve gedachtecirkel heb waar ik niet uit kom, is het voor mij het beste om hier iets mee te doen en het als het ware van me af te schrijven. Maar vervolgens komt er dan wel de keuze of je het daadwerkelijk ook aan de mensen gaat laten horen en daar zit voor mij wel een hele bewuste keuze in. Zeker als je schrijft over nare dingen, moet het effect wel zijn dat iemand er zich in herkent en hopelijk zichzelf ook beter voelt na het beluisteren. Bij sommige nummers zit er ook wel een bepaald doel achter zoals bij ‘Dopamine’, dat gaat over de bijwerkingen die ik heb ervaren bij het gebruik van bepaalde antidepressiva. Ik vond het zelf heel frustrerend dat ik bijna niets kon vinden over de bijwerkingen en dat ik niet het idee had dat ik er gemakkelijk over kon praten. Toen heb ik wel heel bewust de overweging gemaakt of je in je songs dusdanig openhartig moet zijn. Die motivatie zit er wel degelijk, niet zozeer tijdens het schrijven maar wel in de keuze of je er mee naar buiten wil treden.
Daar waar het artwork voor de beide “Six Feet Under” platen een grafische representatie was, is er nu weer gekozen voor een portretfoto. Vanwaar deze switch en wie was verantwoordelijk voor het hoesontwerp?
Ik vond de “Tales From Six Feet Under”-platen een project op zich en omdat ‘The Obsession’ op een totaal andere manier tot stand is gekomen vind ik het leuk om dit een eigen gezicht te geven. Die grafische representatie was het gezicht van Six Feet Under en als er wellicht ooit nog eens een versie drie van gaat kunnen, zullen we weer teruggrijpen naar dit soort artwork. Omdat de nieuwe plaat een ander karakter heeft, wilde ik dit dan ook een andere visuele identiteit geven. Qua fotografie is er gewerkt met Tim Tronckoe en omdat de fotosessie en de sessies voor de eerste twee videoclips samenvielen is ook de videograaf Claire Stuart belangrijk geweest voor de vormgeving. Het uiteindelijke artwork en de vormgeving van het booklet is het werk geweest van Nina Mathijsen van studio Detour.
Over de videos gesproken, waar je altijd hele fraaie kunstwerken van maakt. Hoe belangrijk zijn die videos voor jou?
Videos zijn erg belangrijk voor me en daarom vond ik het ook echt een uitputtingsslag om er vijf te maken. Maar tegelijkertijd is het ook heel tof om te doen, want voor mij is de visuele kant van de plaat al een proces waar ik tijdens het schrijven van de nummers mee bezig ben. Ik maak ook vaak mood boards tijdens het schrijven van een bepaald nummer, zodat ik deze dan later kan gebruiken als er videoclips gemaakt moeten worden. Ik heb er voor gekozen om ‘The Exorcism’ als eerste uit te brengen, omdat dit visueel gezien de beste keuze was en omdat dit ook mijn lievelingsnummer van de plaat is. Daarna ‘Chasing Sunsets’ omdat die muzikaal wat diverser was. Omdat ik ook graag de twee samenwerkingen met Simon Simons en Alissa White-Gluz als video uit wilde brengen, hebben we ook videos gemaakt voor ‘Dopamine’ en ‘Ode To The West Wind’. Als laatste is er dan ‘The Crying Room’, die voor mij een beetje als een zusje van ‘Soft Revolution’ voelt en een prima ambassadeur van ‘The Obsession’ is.
‘Dopamine’ is trouwens een prachtige samenwerking met Epica-zangeres Simone Simons, hoe is dit tot stand gekomen?
De eerste keer dat ik publiekelijk over ‘Dopamine’ sprak kreeg ik een appje van Simone om daar eens even over te kletsen. Toen ik de eerste versie van het nummer op Patreon had gezet, kreeg ik van haar berichtjes dat ze het echt een tof nummers vond en dat ze hem al heel vaak had beluisterd. Omdat ik al samengewerkt had met Epica voor het nummer ‘Sirens’ zou het in mijn beleving wel heel full-circle zijn om dit als duet op de plaat te zetten en zo geschiedde. Met Alissa werk ik heel vaak en heel graag samen en ‘Ode To The West Wind’ is inmiddels het vijfde nummer dat we samen doen. De eerste vier hadden gemeen dat ze gebaseerd zijn op beroemde poëzie en dat is bij ‘Ode To The West Wind’ ook het geval. Dat nummer is gebaseerd op het gelijknamige gedicht van Percy Shelley en binnen die thematiek die wij hadden in onze samenwerking was dit een hele mooi en logische volgende.
Ik vind de gehele plaat erg overtuigend, maar wil toch even het nummer ‘Praise’ er uit lichten daar ik dit één van de absolute prijsnummers van het album vind. Maar Charlotte goes gospel had ik niet echt verwacht?
Ik wilde een nummers schrijven over de mate waarin ikzelf, maar ook de mensen in de maatschappij afhankelijk zijn van goedkeuring van anderen en ons leven zo mooi mogelijk etaleren op social media en dat is uiteindelijk ‘Praise’ geworden. Vanaf de eerste noten voelde ik dat het een gospeltrack was, hoewel het geen religieuze insteek heeft. Ik wilde voor dit nummer dan ook werken met echte doorgewinterde gospelzangers en die heb ik toen gevonden in het gospelkoor G-Roots. Die hebben dat echt onwijs vlot en soepel opgenomen en ik ben dan ook superblij met de samenwerking en het uiteindelijke resultaat.
Je hebt er ook voor gekozen om een totaal andere versie van ‘Soft Revolution’ op te nemen, vanwaar deze behoefte?
Ik was zeker blij met de versie zoals die op de Six Feet Under plaat is verschenen, maar toen we het nummer live gingen spelen ,kwam het alleen maar meer tot leven. Dat had niet alleen te maken met het podium, de adrenaline en het publiek, maar zeker ook wat de band aan het nummer toevoegde. Op het podium gebeurde altijd een stukje magie waarvan ik vond dat we dit ook op plaat aan de mensen moesten laten horen.
Zoals vanouds is de mix van de plaats verzorgd door Guido Aalbers, maar dit keer is de mastering verzorgd door Andy VanDette?
Ik ben erg content met Guido, ook wat betreft zijn mastering van de eerste twee platen. Hij gaf zelf aan dat het wel fijn zou zijn om nog een paar extra oren toe te voegen. Hij zit als mixer zo diep in die nummers en dan kan het op een gegeven moment best wel goed zijn om een professional te hebben die er fris weer naar luistert. En zeker ook omdat we bij ‘The Obsession’ niets aan het toeval over wilden laten, hebben we in overleg met Guido er voor gekozen om de mastering door Andy te laten doen.
Natuurlijk is er weer een special release show in Tivoli gepland, maar dit keer wordt die gevolgd door een toer met Vola en er is zelfs al een aantal zomerfestivals voor volgend jaar gepland. Ik neem aan dat je het optreden erg gemist hebt?
Dat kun je wel zeggen, ja! Ik heb er heel erg veel zin in en ik vind het ook wel spannend omdat het inmiddels al vijf jaar geleden is dat ik een volledige toer heb gedaan. Ik ben daarom ook hard aan het werk aan mijn uithoudingsvermogen omdat een toer fysiek toch wel het nodige van je vergt. In februari is er nog een extra show in Bibelot gepland omdat de Tivolishow volledig uitverkocht was. Dus als je onverhoopt de release-show heb gemist, kun je in februari nog altijd naar Dordrecht komen.
Wat kunnen we in de komende periode nog meer van je verwachten?
Ik ga een beetje van doel tot doel. Op dit moment heb ik doelen voor waar ik allemaal live wil spelen en wat we volgend jaar uit het festivalseizoen willen halen. Ik zou het ook weer heel vet vinden om naast de Europese toer ook weer eens naar Noord-Amerika te gaan. Terwijl we daar mee bezig zijn en binnenkort dus met zijn allen weer het podium op gaan, wat ik inderdaad heel erg gemist heb, ben ik intussen nog steeds op Patreon elke maand een nieuw liedje aan het maken. Mijn hoop is dat ik na de toer weer een dusdanig grote stapel aan nieuw materiaal heb, dat we misschien dan een soortgelijk proces nog een keer in kunnen gaan. Het proces voor ‘The Obsession’ is voor mij in ieder geval een hele positieve ervaring geweest en dus voor herhaling vatbaar!