Lords of Metal
Arrow Lords of Metal
Bloodorn – Let The Fury Rise
Reaper Entertainment 
Release datum: 24 mei 2024
“Deze heren zitten boordevol ideeën en we smaken ze wel.”
8.5/10
Vera Matthijssens I 18 juni 2024

De naam Bloodorn – afgeleid van de uitdrukking ‘blood eagle’ bij de Vikingen – is nieuw, maar de muzikanten in deze internationale band zijn niet aan hun proefstuk toe. Dit is een nieuwe power metal band, opgericht door Sirenia gitarist Nils Courbaron in 2020 tijdens de pandemie. Hij wist bassist Francesco Saverio Ferraro van Freedom Call te engageren, alsook Silent Winter zanger Mike Livas. Toen hij de demo’s hoorde was de huidige Sirenia drummer Michael Brush ook enthousiast over deze nieuwe outfit. Het viertal was compleet en stelt ons zijn visitekaartje voor in de gedaante van het debuutalbum ‘Let The Fury Rise’.

Na de ‘Ouverture’ als intro horen we tien compacte songs die snel en virtuoos zijn. Gitarist Nils Courbaron is van de klassieke metal school en strooit kwistig in het rong met arpeggio’s en diens meer. Mike Livas als zanger maakt ook een veelzijdige indruk. Zijn stem heeft soms een ruw randje, maar hij haalt heel zuiver de hoge noten. We kunnen hem best vergelijken met Marc Hudson van DragonForce, een vergelijking die muzikaal ook bij te treden is. Op die manier happen ‘Fear The Coming Wave’, de eerste single ‘Under The Secret Sign’ en het van wat ruwere zang voorziene ‘Rise Up Again’ lekker weg. Ook iets om op te letten is het aanstekelijke ritme van ‘Tonight We Fight!’ Best apart. De ruwste zangpartijen – zelfs een heus stuk met echte grunts – komt voor in ‘God Won’t Come’ en ‘Forging The Future’ wordt gedeeltelijk wel erg hoog gezongen. Voor titelsong ‘Let The Fury Rise’ en ‘Bloodorn’ (catchy single) heeft men ook videoclips geschoten, maar een opmerkelijk zangstukje is dat van ‘Six Wounded Wolves’. Plots is dat net een pompeus stukje operazang, een paar zinnen in het midden toch. Dan gaat men onverstoord verder op het energieke power metal pad. Kortom, deze heren zitten boordevol ideeën en we smaken ze wel.