Ars Onirica – 2.5 Nighttime (EP)
Ardua Music
Release datum: 24 oktober 2025
“Het is geen zompige, zware doom, maar weemoed en de schoonheid daarvan stralen er vanaf. Zelfs ’s nachts.”
Vera Matthijssens I 14 november 2025
Ars Onirica is Latijns voor ‘Art Of Dreams’, oftewel de kunst van het dromen. Daar zit een logica achter, want het is een eenmansproject van de Italiaanse Alessandro Sforza uit Rome. Aanvankelijk – in de eerste jaren na de eeuwwisseling – was het een heuse band. Ze brachten een demo uit in 2004 en splitten. Het was pas in 2018 dat Ars Onirica terug tot leven kwam als melodieuze doom/death metal band en enkel Sforza aan het roer. Eerder bracht men het debuutalbum ‘I: Cold’ (2019) en het vervolg ‘II: Lost’ uit.
‘2.5 Nighttime’ is een tussendoortje, een volgende stap tussen twee volledige albums waarvan de nieuwe in de maak is. Alessandro had namelijk nummers geschreven en kwam tot de ontdekking dat die paar songs iets gemeen hadden. Ze waren allemaal geïnspireerd door de nacht. In het duister is de perceptie van dingen nu eenmaal anders dan in volle zonneschijn. Dat werkt dromen en mijmeren in de hand. Ook al is dit maar 21 minuten muziek, je wordt meteen gepakt door de schoonheid van de klanken die je te horen krijgt.
‘Dusk (An Ode To The Stars)’ is een introductie in de droomwereld van Ars Onirica. Wat is dit mooi! Er staat een beetje ruimtelijke galm op de weemoedige zang, terwijl akoestische gitaren ondersteuning krijgen van zwevende keyboards. Gitaarsolo’s zijn hier erg sensitief. Het klinkt bijna ontroerend. We stappen vervolgens de kerntrack over de nachtelijke uren binnen, een compositie die wordt uitgesmeerd in drie delen. Zwaardere doom riffs weerklinken, het vervolg is vlot en behoudt de cleane zang. Wat een dromerige zuiverheid valt ons ten deel! Maar de droom wordt in ‘Nighttime Part II (Your Silence Around Me’ na enige melodieuze leads aan flarden gescheurd door ruwe death grunts. De melodieën blijven droevig, de zang ‘harsh’ en later is er gesproken woord. Een intense track. Het derde deel van de hoofddis is ‘Nighttime Part III’. De gitaren hebben een akelige klank, dit is uptempo en jachtig. Daarop wordt wel een trage, rustige solo gespeeld met galmende noten. Dit project heeft een sound en productie die redelijk origineel te noemen is. De zang neigt hier naar black metal screams. Maar ook weer gesublimeerd door zalvende, dromerige cleane zang. De afwisseling is prima toegepast. Vurige gitaarsolo’s vormen de kers op de taart. De laatste track is ‘Dawn’, het wordt terug dag en de nachtelijke schimmen vluchten voor het zonlicht. Tegen die achtergrond valt dit te omschrijven als een fraai instrumentaal outro dat lieflijk klinkt. Dit is een vrij eigenzinnige en interessante kennismaking met Ars Onirica. Het is geen zompige, zware doom, maar weemoed en de schoonheid daarvan stralen er vanaf. Zelfs ’s nachts.



