Saxon – Carpe Diem
Silver Lining Music
Release datum: 4 februari 2022
“Hoe knap is het dat je na al die jaren toch de inspiratie vindt om als een hongerig stel muzikanten voor de dag te komen. Want zo klinkt ‘Carpe Diem’ absoluut.”
Erik Boter I 9 februari 2021
Saxon wordt in de pers vaak weggezet als ‘heavy metal instituut’. Ik begrijp dat wel. De Britse heavy metal pioniers bestaan, zonder onderbrekingen, al 46 jaar en brachten in 1979 hun debuutalbum ‘Saxon’ uit. Ik was toen tien jaar oud en luisterde alleen nog maar naar KISS. Inmiddels ben ik 53 en heb ik geen haar meer. Zanger Biff Byford mag zich inmiddels ‘zeventiger’ noemen en overleefde recent een hartaanval en moest daarna lang revalideren na een bypass operatie.
Toch doe je er goed aan om het nieuwe Saxon album ‘Carpe Diem’ te beluisteren alsof je gewoon naar een bandje luistert, en niet naar een instituut of een bedrijf. Uiteindelijk is en blijft Saxon precies wat het is: een Brits bandje. Hoe knap is het dat je na al die jaren toch de inspiratie vindt om als een hongerig stel muzikanten voor de dag te komen. Want zo klinkt ‘Carpe Diem’ absoluut.
Na het, in retrospect, toch wat flauwe ‘Ispirations’ coveralbum van vorig jaar (waarvan ik alleen de hoes briljant vond) knalt de opener en titeltrack ‘Carpe Diem’ je luidsprekers uit. Een vette en snelle opener waarvan bovendien het refrein zo’n oorwurm blijkt te zijn dat je het de hele dag niet meer uit je hoofd krijgt. De gitaren van Paul Quinn en Doug Scarratt klinken erg strak en zijn door producer Andy Sneap voorzien van een eigentijdse en heavy ‘bite’. Je zou haast zeggen dat Sneap, zelf een uitstekend snarenplukker, een mopje heeft meegespeeld; zó vet klinkt het gitaarwerk op dit album. ‘Age of Steam’ ramt na de opener lekker door en brengt je qua thematiek terug naar de jaren van de stoommachine in de 19e eeuw. Daardoor doet het uiteraard denken aan Saxon’s prijsnummer ‘Princess of the Night’ van het ‘Denim and Leather’ album uit 1981.
Zo zijn er wel meer referenties op dit album te vinden die doen denken aan het roemruchte verleden van de band. ‘The Pilgrimage’, een lekkere midtempo beuker, doet denken aan ‘Crusader’ uit 1984. De hoes van ‘Carpe Diem’ is een buiging naar het artwork van het debuut uit 1979 en het al genoemde ‘Crusader’ album. Is dat een probleem? Ik vind zelf van niet. Rick Nielsen van Cheap Trick riep eerder al eens ‘als ik al wat jat, kan ik beter wat van mezelf jatten’. Daarnaast is Saxon een type band waarvan je hoopt dat ze hun eigen, vertrouwde stijl vasthouden. Fans zitten niet te wachten op een koersverandering. Eerdere pogingen daartoe in het verleden mondden steevast uit in (commerciële) mislukkingen.
‘Remember the Fallen’ werd eerder al als (digitale) single uitgebracht en is een ode aan de duizenden die door Corona het leven lieten of erdoor werden geraakt. De track is wat minder snel en agressief dan het merendeel van de andere nummers en dat past ook wel bij de strekking van het nummer. Ook ‘Lady in Gray’ zou je het stempel rockballad kunnen geven. De compositie wordt opgeleukt door ondersteunende toetsenpartijtjes. De gitaren blijven echter ook op dit nummer hun heavy geluid houden.
Een dikke pluim ook voor de ritmesectie van de band. Ook al maakt bassist Nibbs Carter alweer 34 jaar deel uit van de band, er zijn nog steeds mensen die hem de ‘nieuwe bassist’ noemen. De man die op het podium altijd als een beest staat de headbangen verdient absoluut meer respect. Ook een diepe buiging voor drummer Nigel Glocker, die zich na een hersenbloeding wist terug te vechten naar zijn oude niveau.
Op ‘All for One’ pikt de band nog één keer van zichzelf, want het intro komt rechtsreeks van ‘Power and the Glory’ (1983). Het zij ze vergeven. ‘Carpe Diem’ is gewoon een (h)eerlijk album dat zeker niet misstaat in je rij klassieke Saxon albums. Seize the day!