Eldingar – Lysistrata
Vinyl Store
Release datum: 1 november 2024
“Het laatste kwartier is een soort van cooling down na een uur extreme metal. Het is mooi dat een band zoiets aandurft en alle opgetrokken wenkbrauwen beantwoordt met een dikke middelvinger en een moppie Griekse traditionele muziek.”
Jan Simon Hoogschagen I 1 november 2024
Bij een bandnaam als Eldingar krijg je al snel visioenen van koude Scandinavische winters en oeroude saga’s en zie je niet de schrale, onvruchtbare bodem van Attica waarin oude kromgegroeide olijfbomen proberen te overleven onder de verschroeiend hete zon. Toch is dat het land van herkomst van Eldingar, een tot een kwartet uitgegroeid duo uit Griekenland. Op het tweede album ‘Lysistrata’ laten de heren zich nadrukkelijk inspireren door de oude Griekse filosofen van weleer om zo te komen tot een utopisch en egalitair wereldbeeld. Heel woke allemaal, als er niet zo expliciet naar Homerus en andere oudjes zoals Plato en (vooral) Aristophanes werd verwezen. Die laatste is degene die ruim 2400 jaar geleden het toneelstuk schreef waar Eldingar hun album naar vernoemd hebben. Lysistrata was in dat toneelstuk een tamelijk militante dame die om een einde te maken aan de oorlog tussen Athene en Sparta de vrouwen van Athene aanvoerde in een zeer ongebruikelijk strijdmiddel: een seksstaking. Met succes, want de Atheners vonden het vooruitzicht niet meer te kunnen doen wat ze nog liever deden dan oorlogvoeren zo onverdragelijk dat de vrede met Sparta snel gesloten was. Feminisme avant la lettre. De heren van Eldingar lijken te pleiten voor een herhaling van de staking van Lysistrata om zo de wereldvrede te bereiken.
Dergelijke diep doordachte concepten zijn vaak dodelijk voor de muziek en het is dan ook met de nodige opluchting dat ik vaststel dat ‘Lysistrata’ weliswaar topzwaar is aan ideeën (het is ook nog eens een ouderwets dubbelalbum van bijna 75 minuten), maar hier niet aan bezwijkt. De dubbele lengte, vergeleken met wat tegenwoordig weer gangbaar is, maakt dat Eldingar niet kijkt op een minuutje meer. Vijf van de negen songs op het album passeren de kaap van de tien minuten en zoals het hoort bij dergelijke lange nummers zijn het gelaagde werkjes waarin lekker met de dynamiek en sfeer gespeeld wordt. Dit alles in een vorm van symfonische blackened death zoals we die kennen van landgenoten zoals Rotting Christ en met een fijne productie die alle instrumenten volop de ruimte gunt. De lengte van het album en de nummers maakt dat het wat tijd kost om het geheel op waarde te schatten, maar als je er goed voor gaat zitten dan zul je merken dat ‘Lysistrata’ zeer goed te pruimen is, zelfs zonder gymnasium en een voltooide universitaire studie filosofie.
Wie onbevangen begint aan het album zal het pastorale, bijna neoklassieke intro ‘Dryope’ met klassieke gitaar, fluit, viool en gedragen zang beschouwen als precies dat wat je al bij zoveel metal albums hebt gehoord: een intro. Als het titelnummer dan losbarst, met blastbeats, furieuze bas en agressieve gitaarriffs, dan lijkt het gelijk bewezen. En bij de volgende, lange nummers is er nog steeds geen reden om te denken dat dit album niet volledig volgens de ongeschreven regels van de (al dan niet progressieve) symphonische blackened doom death is opgebouwd. Hard en zacht, snel en langzaam, grunts en cleane zang, zelfs voordrachten in gesproken Grieks, het komt allemaal langs. In ‘Ares’ wordt de oorlogsgod Ares aangeroepen in een hymne die teruggrijpt naar Homerus en Plato. Het is paradoxaal genoeg een oproep voor vrede die juist Ares zou kunnen realiseren. Ook hier weer een afwisseling van melodieuze dubbele gitaarlijnen en een prominent aanwezige bas die samen met double bass kicks voor een dreiging zorgt tegenover de betoverende, bijna Maiden achtige gitaren, inclusief een intermezzo als in Rime of the Ancient Mariner, maar dan in Griekse setting. Een ingenieus nummer dat ik niet direct als een vredesboodschap zou interpreteren. Wel als een erg sterke song.
Maar dan ineens halverwege het album, na het wederom akoestische intermezzo ‘Inside Cosmos’ lijkt er iets te veranderen. ‘Cosmos’ heeft weliswaar het vetste intro van alle songs op het album – meer Rotting Christ dan Rotting Christ zelf zeg maar, zelfs de screams en grunts in het Grieks klinken heftiger – en beukt en dondert na een blastbeatintro een minuut of acht door in een razend tempo met dissonante staccato black metal riffs, om dan ineens te imploderen in ingetogen gitaargetokkel… dit album blijkt een verrassing te verbergen, een plotwending alsof het een muzikale versie van ‘The Sixth Sense’ is.. Ook in het volgende nummer wordt de extreme metal steeds meer afgewisseld met folky introspectie om vervolgens in de afsluitende twee nummers helemaal niet meer terug te komen. Het laatste kwartier is een soort van cooling down na een uur extreme metal. Het is mooi dat een band zoiets aandurft en alle opgetrokken wenkbrauwen beantwoordt met een dikke middelvinger en een moppie Griekse traditionele muziek.